Wat opvalt, is dat Europeanen weliswaar min of meer dezelfde waarden met elkaar delen, maar dat het gewicht dat ze eraan toeschrijven immens kan verschillen. De Atlas is een goudmijn aan interessante weetjes: 90% van de Letten meent dat kinderen noodzakelijk zijn voor de levensvervulling van mannen en vrouwen, slechts 8% van de Nederlanders denkt er net zo over; 82% van de Albanezen vindt zijn werk uiterst belangrijk, slechts 39% van de Denen deelt die opvatting; voor de Turken is de godsgedachte het belangrijkst, voor de Tsjechen het minst; meer dan de helft van de Nederlanders en de Denen is lid van een of andere organisatie, in Rusland is dat maar 5%; Hongaren verwerpen homoseksualiteit het meest, Nederlanders het minst. De NoordIeren voelen zich het meest gelukkig, de Bulgaren het minst enz.
Ondanks al deze verschillen zijn er toch ook heel wat ‘gedeelde waarden’, zoals het belang van trouw in een relatie, het belang van verantwoordelijkheidszin, goede manieren, tolerantie en respect in de waardeoverdracht naar kinderen of de gedachte dat mensen die bewust niet werken lui zijn.
Waar de Atlas, net als al het andere onderzoek naar waarden, me een beetje in teleurstelt is de verklaring voor die verschillen in (het relatieve gewicht van) waardeperspectieven. Sociaal-economische variabelen - het welvaartspeil - blijken meestal de doorslag te geven, maar toch niet altijd. Wat is de invloed van de cultuur? En welke culturele praktijen wegen het zwaarst? Welke rol speelt het historische bewustzijn, het klimaat, het bevolkingsaantal, de verstedelijking?
De pluriformiteit aan waardeperspectieven in Europa vind ik geen probleem, eerder een meerwaarde. Maar waar liggen de aanvaardbare grenzen om nog van een Europa als ‘waarde-identiteit’ te praten? Wanneer je in Amerika vertoeft, zal iedereen je van één ding proberen te overtuigen: ‘America is the best place to be’. Er bestaat een heel sterke ‘American Identity’ die zelfs de allures heeft van een ‘civil religion’, ook al wordt die zeer divers ingevuld. Iets vergelijkbaars is in Europa (alsnog?) onvindbaar. Indien er al chauvinisme is, dan is het een nationaal, geen Europees chauvinisme. Dat is niet echt iets om over te treuren: wellicht behoedt het de Europeaan voor een imperialistisch grootmachtsdenken en verzekert de Europese diversiteit gevoel voor nuancering voor gebeurtenissen op wereldvlak. Anderzijds kan die diversiteit de Europeaan wellicht ook inspireren tot verdraagzaamheid: hij is eraan gewend geconfronteerd te worden met andere talen, andere gebruiken en andere waardeperspectieven.
Jammer is wel dat deze Atlas alleen in het Engels beschikbaar is en dat in de bijlagen de gehanteerde vragenlijst niet is opgenomen. Maar hoe dan ook, de Atlas of European Values is een zeer waardevolle publicatie die een ruim publiek kan aanspreken.
Koen Raes
l. halman, r. luijkx & m. van zundert, Atlas of European Values, Tilburg University, Tilburg / Koninklijke Brill NV, Leiden, 2005, 139 p.