anonieme mensen, die zij bij toeval heeft gezien en gefotografeerd, zoals de jongen die wat kwam klussen in haar woning, of een travestiet die zij ontmoette in Barcelona, een slapende clochard ergens in een Londense portiek, of de man die op straat poseerde als een levend standbeeld van Che Guevara.
Bij de eerste aanblik is men geneigd een parallel te zien met de hyperrealistische portretten van de Amerikaanse kunstenaar Chuck Close. Ook bij deze kunstenaar verschijnt het hoofd sterk vergroot en strak frontaal. Maar hier houdt de vergelijking meteen op, want Cindy Wright streeft er niet naar om als Chuck Close de procédés van de kleurenfotografie te imiteren en zij werkt ook niet met airbrush of pixelstructuren. De vrij harde, onderkoelde benadering van de Amerikaanse hyperrealisten is haar vreemd. Haar werk behoudt altijd een picturaal karakter, waarbij de bewegingen van het penseel en ook de verfstructuur duidelijk zichtbaar blijven.
Men kan ook denken aan de portretfoto's van Thomas Ruff, al rijst dan meteen de vraag in hoeverre men foto's met schilderijen kan (of mag) vergelijken. Thomas Ruff gaat uit van strakke principes: al de mensen die hij fotografeert, zijn niet jonger dan 25 en niet ouder dan 35, en behoren dus tot een min of meer onbepaalde leeftijdscategorie. Ze zijn niet opvallend mooi noch opvallend lelijk, ze zien er niet dom uit of intelligent en ze vertonen weinig of geen aanwijzingen inzake hun sociale groep. Ze staren ernstig en nietszeggend in de lens, als voor een pasfoto.
Zo'n psychologische neutraliteit is niet wat Cindy Wright wil. Integendeel, het gaat bij haar om de expressie van iemands emotionaliteit,
Cindy Wright, ‘Zonder titel’, 2005, olie op doek, 70 × 135 cm.
intensiteit en levenservaring. Ook laat zij de geportretteerde het beeld mee bepalen, bijvoorbeeld door hem of haar de kleren te laten kiezen waar hij of zij zich het best in voelt.
Een andere reeks werken noemt zij eenvoudigweg ‘vleeswerken’. Vlees is dan ook wat de kijker van nabij te zien krijgt, en soms meer nabij dan hem lief is. Er is in Wrights oeuvre een fascinatie aanwezig voor het vleselijke, ook als dit veroudering en zelfs verrotting
Cindy Wright, ‘Rosbief’, 2005, olie op doek, 150 × 170 cm.