Kunsten
De som is meer dan de delen. De ‘Vlaamsekunstcollectie’
Vlaamsekunstcollectie, in één woord, is de nieuwe naam van een samenwerkingsverband tussen de drie belangrijkste kunsthistorische musea in Vlaanderen: die van Antwerpen, Brugge en Gent. Deze samenwerking kwam er in 2001 op initiatief van de directies van deze musea en geldt voor alle terreinen van de museumactiviteiten: collectieregistratie en -inventarisatie, restauratie, tentoonstellingen, wetenschappelijk onderzoek, merchandising, veiligheid, publiekswerking, communicatie, enz.
De samenwerking ligt eigenlijk voor de hand: de collecties van de drie musea sluiten inhoudelijk goed op elkaar aan. Ze bieden een mooi overzicht van de beeldende kunst in de Zuidelijke Nederlanden, van de vijftiende tot de twintigste eeuw. Elk van deze musea heeft een eigen specialiteit: het Groeningemuseum uit Brugge de vijftiende en vroeg-zestiende-eeuwse kunst, de late zestiende en vroege zeventiende eeuw in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen en de negentiende eeuw in het Museum voor Schone Kunst in Gent. Samen kunnen ze een collectie tonen van wereldformaat. Door het samenwerkingsverband zullen deze drie instellingen elkaar niet meer beconcurreren, maar beschouwen ze elkaar nu als partners. Niet langer de instellingen staan centraal, maar de col-lecties. Door het Erfgoeddecreet van mei 2004 werden ook de laatste belangrijke juridische obstakels voor deze samenwerking weggewerkt.
Van 15 juni tot 11 september 2005 organiseerde Vlaamsekunstcollectie een eerste grote tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Aan de hand van werken uit de eigen collectie en enkele bruiklenen gaf curator Till-Holger Borchert, verbonden aan het Groeningemuseum, een overzicht van de rijkdom van deze collecties. Er werd vooral aangetoond hoe ze tot stand gekomen zijn. Het waren zeker niet allemaal topwerken die werden getoond, maar de gekozen werken reflecteerden wel de smaak van de middeleeuwse edelen, van de zeventiende-, achttiende- en negentiende-eeuwse verzamelaars en toonden het belang aan van de Franse periode, van de Academies, enz. Het was een interessante, maar nogal technische expositie, die enkel dankzij de audiogids goed te volgen was. Gelukkig is er de catalogus waarin, ruim in kleur geïllustreerd, het verhaal van het ontstaan en de groei van de drie belangrijke Vlaamse kunsthistorische musea verteld wordt.
Wanneer begon men in Vlaanderen met het verzamelen van kunstwerken? Vanaf wanneer ontstond de waardering voor het individuele werk van de individuele schepper? In Vlaanderen geven in de vijftiende eeuw alleen enkele indirecte aanduidingen een groeiende waardering voor individuele kunstenaars aan, dit in tegenstelling tot Italië waar in dezelfde periode heel wat schriftelijke uitingen getuigen van het groeiende zelfbewustzijn van de kunstenaar. Zo'n indirecte aanwijzing vinden we op het schilderij ‘De heilige Lucas tekent het portret van Onze-Lieve-Vrouw’ naar Rogier van der Weyden. De heilige Lucas, patroonheilige van
Naar Rogier van der Weyden, ‘De heilige Lucas tekent het portret van Onze-Lieve-Vrouw’, eind 15de of begin 16de eeuw, olieverf op paneel, 133 × 107 cm - Collectie Groeningemuseum, Brugge.