| |
| |
| |
Les Ballets C. de la B., ‘Foi’, choreografie Sidi Larbi Cherkaoui, 2003 - Foto Kurt van der Elst.
| |
| |
| |
Wat mensen bindt
Het meervoud van Les Ballets C. de la B.
Steven Heene
werd geboren in 1969 te Gent. Werkte als theaterprogrammeur voor het Kunstencentrum Vooruit en is nu kabinetsmedewerker stedenbouw en mobiliteit aan de Stad Gent. Is daarnaast freelance redacteur, onder meer voor de krant ‘De Morgen’, en organisator van Theater aan Zee in Oostende. Publiceerde over theater en dans, onder meer in ‘De Gentenaar’, ‘De Standaard’, ‘De Morgen’, ‘De Groene Amsterdammer’ en ‘Etcetera’.
Adres: Muinklaan 49, B-9000 Gent
In 2006 zal het twintigjaar geleden zijn dat Les Ballets C. de la B. officieel werd opgericht. ‘Officieel’ omdat het Gentse gezelschap pas in 1986 in het Belgisch Staatsblad werd aangekondigd, terwijl de groep rond choreograaf en theatermaker Alain Platel al sinds 1981 actief is. Je kunt je ook afvragen wanneer de groep van weleer daadwerkelijk een collectief werd, en dan zou het antwoord luiden: in 1991. Want het duurde toch een jaar of tien voordat de begingedachte - een vereniging van makers - realiteit werd.
Toen in 1997 de Franse krant Libération informeerde naar de ontstaansgeschiedenis van Les Ballets C. de la B., sprak een van de oprichters, Alain Platel, de gevleugelde woorden: ‘Au départ, c'était plutôt une blague’. Het was maar een grapje - weliswaar met een licht provocerende pointe - bedacht in een Gentse woonkamer. Platel werkte begin jaren tachtig als orthopedagoog en hield ontzettend veel van dansen, net als zijn jongere zus Pascale. Toen de Gentenaar voor een dansstage in Parijs was beland, vroeg de choreografe Barbara Pearce hem om iemand te vervangen voor een reeks voorstellingen. Het was immers haar bedoeling om professionele en niet-professionele dansers naast elkaar op een podium te krijgen, en voor Platel smaakte die ervaring naar meer.
Terug in Gent was hij vastbesloten om er een vervolg op te verzinnen. Het werd een ‘productie’ bij hem thuis in zijn loft. We schrijven 1981. Samen met vrienden maakte Platel een heel fysieke voorstelling, danstheater in de breedste en - letterlijk - goedkoopste betekenis van het woord. Het publiek van familieleden, buren en kennissen reageerde enthousiast en er werd nog meer geëxperimenteerd, met nog meer nieuwsgierigen in de woonkamer als resultaat. Een van hen, een festivalorganisator, nodigde de groep uit om eens echt op de planken te staan. Platel en co doopten hun gezel- | |
| |
schap met veel ironie Les Ballets C. de la B.; de vereniging werd officieel in 1986.
Voor Platel en zijn vrienden betekende de naam - voluit: ‘Les Ballets Contemporains de la Belgique’ - een frivool antwoord op de communautaire strijd die de toestand in België tijdens de jaren tachtig kenmerkte. Maar er waren nog andere redenen: de titel ‘Les Ballets’ als statement in een tijd waarin de hedendaagse dans het klassieke ballet qua populariteit moeiteloos overschaduwt en, last but not least, de naam als een knipoogje naar de legendarische Ballets Russes die in de jaren twintig de wereld stormenderhand hadden veroverd. In Libération van 5 februari 1997 blikt Platel verbaasd terug op die beginperiode: ‘De naam Les Ballets C. de la B. werd door sommigen echt als provocerend ervaren, temeer daar mijn naam Franse resonanties heeft. Ik heb er jaren over gedaan om iedereen te overtuigen dat het niet meer dan een grapje was. De groep bestond uit een uitgesproken mengeling van nationaliteiten.’
Na die allereerste productie kwam er al snel een vervolg en stilaan werd het gezelschap een vaste waarde in de Vlaamse podiumkunsten: Stabat Mater (1984), Mange p'tit coucou (1986), Emma (1988), O Boom (1989), Mussen (1991), ... Daarna wordt Platel gevraagd door Eva Bal om voor het Speeltheater Gent te werken, een ervaring die de ‘theatercomponist’ (‘Ik beschouw mezelf veeleer als een componist dan als een regisseur of een choreograaf’, zal hij later verklaren) uitbreidt met gastregies bij Het muziek Lod en het Nieuwpoorttheater.
Achteraf beschouwd was die periode niet alleen voor de componist Alain Platel verrijkend, zijn tijdelijke vlucht uit het vertrouwde nest was ook cruciaal om in dat nest ruimte te maken voor nieuwe ideeën van nieuwe makers. Want hoewel Platel en co naar eigen zeggen vanaf het eerste uur een artistiek collectief voor ogen hadden, duurde het uiteindelijk toch tien jaar voordat die theoretische contouren ook in de praktijk werden ingevuld. De verklaring achter deze ‘trage’ evolutie laat zich in één woord samenvatten: organisch. Want nog los van alle gezamenlijke en/of individuele ambities was het de groep van weleer ook altijd duidelijk dat het verhaal van Les Ballets C. de la B. organisch zou zijn, of niet zou zijn. Waarbij in dit geval wordt bedoeld: een aanpak die door intuïtie wordt gevoed, veeleer dan door bijvoorbeeld theorieën.
| |
Dit smaakt naar meer
Dat is ook vandaag nog het geval, althans wat de artistieke aanpak betreft. De koers van Les Ballets is in eerste instantie het resultaat van een groep mensen die op dezelfde golflengte zitten - of toch meestal. Dat is wel iets anders dan een gezelschap waarin een artistiek leider zijn of haar visie kan uitstippelen
| |
| |
Les Ballets C. de la B., ‘Stabat Mater’, choreografie Alain Platel, 1984 - Foto Johan Grimonprez.
en zo'n collectieve aanpak heeft ook nadelen. Beslissingen door een groep laten zich nu eenmaal moeilijker vastpinnen op een kalender, wat voor een deel de schroom van de eerste tien jaar verklaart om als collectief naar buiten te treden. Bovendien is er het charisma van Platel als voortrekker en zal het ongetwijfeld tijd en moed gevraagd hebben om uit zijn schaduw te treden, zeker zodra de successen zich opstapelden. Het pleit voor Platel dat hij zich indertijd goed bewust was van die situatie en het pleit nog meer voor hem dat hij zelfs een kunstgreep durfde uit te halen om een en ander te forceren, namelijk door in 1992 voor andere gezelschappen te werken. In een interview in Knack in 1995 vertelt hij daarover: ‘Toen we de groep oprichtten, lag het in onze bedoeling een collectief van verschillende theatermakers-choreografen te vormen. Telkens andere mensen aan het roer zouden staan, zouden we dingen uitproberen. Maar als puntje bij paaltje kwam, was ik de enige die altijd het initiatief nam. Ook al hadden andere leden van de groep, zoals Hans van den Broeck of Christine de Smedt, zin om zelf iets te ondernemen. Door mijn beslissing om andere aanbiedingen, buiten de groep, te accepteren, heb ik hen gevraagd om concrete voorstellen te doen. Zo heeft Hans zijn How to approach a dog en Everyman kunnen doen. En Christine haar Charge
| |
| |
1. Na Mussen kreeg ik bovendien het gevoel dat ik in een soep aan het roeren was die altijd dezelfde bleef.’ En aldus geschiedde.
Intussen schrijven we 2005 en staat Les Ballets C. de la B. wel degelijk voor een volwaardig collectief, waarin ook de fakkel van artistiek leider is doorgegeven, zij het wel niet met de frequentie die ooit bedoeld was: Christine de Smedt neemt al enkele jaren de honneurs waar in de plaats van Platel (al blijft er hierover zelfs op de website van het gezelschap enige verwarring bestaan, want daar prijkt de titel van artistieke leiding nog naast Platel). Ook op andere vlakken hebben veranderingen plaatsgevonden: Hans van den Broeck, die andere kompaan van het vroege uur, verliet enkele jaren geleden de compagnie en stichtte zijn eigen gezelschap: Cie. Soit.
Tegelijkertijd doken nieuwe namen op: twee choreografen die allebei eerst als danser voor Alain Platel gewerkt hadden. Koen Augustijnen was een van de performers in Mussen uit 1991, danste daarna nog in Bonjour Madame en La Tristeza Complice maar ook in How to approach a dog van Van den Broeck en behoort sinds 1997 tot de vaste kern als maker. In 1998 debuteerde hij bij Les Ballets met To Crush Time, daarna volgden Plage Tattoo (met drie muzikanten van Zita Swoon), Ernesto (een danssolo annex docudrama in coregie met zijn broer, de videast Sven Augustijnen), Just another landscape for some jukebox-money en Bâche, dat in maart 2004 in première ging en vandaag nog steeds aan een wereldtournee bezig is. Voor het jubileumjaar 2006 heeft hij trouwens al iets nieuws in petto.
De jongste van het gezelschap en naar objectieve normen ook de meest gelauwerde na Platel, is Sidi Larbi Cherkaoui (o1976). Hij wordt in 2006 pas 30 maar heeft in relatief korte tijd een indrukwekkend parcours afgelegd. Het begon met showballet achter de ruggen van Margriet Hermans en Jo Vally tijdens de Vlaamse muziekparade Tien om te zien op de commerciële zender VTM. Larbi, zoals hij kortweg wordt genoemd, is de zoon van een Vlaamse moeder en een Marokkaanse vader. Hij trok als negentienjarige dansfanaat naar Gent voor een wedstrijd genaamd ‘De Beste Belgische Danssolo’, alweer een ironische titel en ditmaal van een format van theaterhuis Victoria. Maar het idee kwam van Platel: in 1992 had Dirk Pauwels hem gevraagd om ‘huisartiest’ van Victoria te worden. Een statuut dat hij officieel niet zo lang genoot, want in 1993 regisseerde Platel de zeer succesvolle productie Bonjour Madame (met Augustijnen) bij Les Ballets. Maar het pad was geëffend en ook in de jaren erna zou Platel nog geregeld voor Victoria werken, meer bepaald voor een geroemde samenwerking met de Gentse theaterauteur Arne Sierens.
Maar dat was in 1995, het jaar waarin Larbi met groot gemak de eerste editie van ‘De Beste Belgische Danssolo’ won, nog grotendeels toekomstmuziek. Platel zag in Cherkaoui meteen een natuurtalent en vroeg hem voor zijn nieuwe productie in 1998, Iets op Bach. Door deze voorstelling werd de
| |
| |
Les Ballets C. de la B., ‘Iets op Bach’, choreografie Alain Platel, 1998 - Foto Chris van der Burght.
faam van Platel en Les Ballets nog groter dan ze al was, met tournees tot ver buiten Europa: Canada, Nieuw-Zeeland, Australië, Japan, ... De jonge Antwerpenaar Cherkaoui kon zijn geluk niet op. Net als bij Platel en zijn prille dansdebuut in Parijs, wist hij één ding: dit smaakt naar meer.
In 2000 tekent hij voor het eerst zelf voor een productie bij Les Ballets: Rien de rien. Daarna volgen Foi en Tempus fugit, dat in Europese première gaat op het prestigieuze Festival van Avignon in de zomer van 2004. Maar het zijn niet de enige producties die Larbi de voorbije jaren maakte: net als bij Platel en Augustijnen is een artistiek uitstapje bijna meer regel dan uitzondering, al keert ook de jongste telg telkens naar het nest terug.
| |
Het ecosysteem is open
Wat is nu precies het bindmiddel tussen die verschillende persoonlijkheden, behalve het comfort om binnen en buiten te kunnen wanneer de artistieke intuïtie - en ook wel de kalender - dit ingeeft? Zelf kunnen ze het niet zo goed verwoorden, Alain Platel en Christine de Smedt, Koen Augustijnen en Sidi Larbi Cherkaoui. Dramaturge Hildegard de Vuyst ondernam in 1998 dan toch een poging om de - met een fout woord - ‘formule’ samen te vatten. Het collectief model van Les Ballets C. de la B. vormt immers nog steeds een
| |
| |
Les Ballets C. de la B., ‘Plage Tattoo’, choreografie Koen Augustijnen, 1999 - Foto Chris van der Burght.
uitzondering in een sector die vooral bevolkt wordt door gezelschappen die zijn opgebouwd rond één choreograaf: Rosas, Damaged Goods, Ultima Vez, Hush Hush Hush, ... De Vuyst omschreef het collectief als volgt: ‘Dat ze zo verschillend zijn, maakt het gemakkelijk om binnen dezelfde organisatie te functioneren. Toch ontstaat er voor buitenstaanders zoiets als een huisstijl (anarchistisch, eclectisch) en een gemeenschappelijke noemer: deze dans is van de wereld, en de wereld is van iedereen.’ Die laatste zin was een duidelijke knipoog naar een toenmalige hit van de Nederlandse rockgroep The Scene, die luidde: ‘Iedereen is van de wereld, en de wereld is van iedereen’. De Vuyst raakte daarmee zeker een essentieel punt aan, want zowel in de onderwerpkeuze als in de samenstelling van de cast blinkt een productie van Les Ballets telkens opnieuw uit in een sterk geloof in verschillen, en dus: in democratie.
Om het met een veel oudere slogan te stellen: de begrippen ‘vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid’ zijn geen loze kreten voor de choreografen van Les Ballets, al wordt deze boodschap zelden echt expliciet geënsceneerd. Elk van de vier makers heeft zo zijn of haar manier om dit geloof te etaleren: bij Platel voel je de blik van de regisseur als toeschouwer, als liefhebber van mensen die zich kwetsbaar durven op te stellen; Christine de Smedt staat meer voor een conceptuele aanpak binnen een bepaald hedendaags jargon; Koen Augustijnen maakt een troef van zijn bochtige parcours dat eerder ontwapenend en nonchalant dan danstechnisch is, en Sidi Larbi Cherkaoui ten slotte kiest resoluut voor een spirituele zoektocht via etnologie en vocale muziek. Maar allen gaan ze op zoek naar wat mensen bindt, over de verschillen heen. In dat opzicht zijn hun werkmodel en hun onderwerp vaak één. Wellicht
| |
| |
Les Ballets C. de la B., ‘Bâche’, choreografie Koen Augustijnen, 2004 - Foto Chris van der Burght.
heeft de aandacht voor dit thema ook veel, zoniet alles te maken met hun respectieve achtergronden: hoewel de huischoreografen van Les Ballets zeker geschoold zijn - Larbi studeerde bijvoorbeeld enkele jaren aan PARTS van Anne Teresa de Keersmaeker - valt bij elk van hen een zeer specifieke context op. Platel die ooit als orthopedagoog werkte, Koen Augustijnen die zichzelf lange tijd voorbestemd zag om jazzmuzikant te worden, Larbi die wel al op jonge leeftijd danser wilde worden maar die jarenlang moest opboksen tegen allerlei vooroordelen, waaronder het vooroordeel tegenover het ‘foute’ milieu genaamd Tien om te zien, ... Ze komen van ver, de makers van Les Ballets Contemporains de la Belgique, en daar zijn ze zich samen goed van bewust. Het is alsof ze elk nog een stukje woonkamer in zich meedragen, ook al was niet iedereen er vanaf het eerste uur bij in Platels loft in 1981 en is de prijzenkast intussen overvol, met awards uit Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Canada, Monaco, ... Niet slecht voor een groep die zichzelf twintig jaar geleden vooral als een grap zag.
Misschien is de meest gepaste manier om deze schets te eindigen, dan ook de makers zelf nog eens aan het woord laten, ieder op hun manier. In de overtuiging dat er uit die individuele uitspraken, telkens met verschillende aanleidingen, hoe dan ook een gemeenschappelijke noemer spreekt, zijnde: een grote sociale gevoeligheid.
Alain Platel, naar aanleiding van de Frans van Acker-prijs van de stad Brugge, uitgereikt in 2003 voor de sociaal geëngageerde werking van Les Ballets C. de la B.: ‘Ne zanger is ne groep, zingt Wannes van de Velde ergens. Ik denk daar dikwijls aan. Ik geloof namelijk dat het onmogelijk is om op uw
| |
| |
Les Ballets C. de la B., “Tempus Fugit”, choreografie Sidi Larbi Cherkaoui, 2004 - Foto Kurt van der Elst.
eentje theater te maken. Het is dan ook in naam van het ganse gezelschap Les Ballets C. de la B. dat ik deze prijs in ontvangst kom nemen.’
Christine de Smedt, over het collectiefmodel: ‘De moeilijkheid om Les Ballets C. de la B. als collectief te plaatsen binnen het Vlaamse danslandschap, resulteert volgens mij uit het feit dat ons imago en onze manier van werken geen twee of drie) aar dezelfde zijn geweest. Het is ook niet de bedoeling om onszelf vast te pinnen ...’
Koen Augustijnen, over de redenen om Bâche (2004) te maken: ‘Het is een feit dat ik iets wou doen met de angst die zo van deze tijd is. Ik heb de indruk dat mensen echt een enorme behoefte hebben aan contact met elkaar, maar niet zo goed meer weten hoe, wie of wat. Sowieso bij mij: ik zou geen zwarte voorstelling kunnen maken.’
Sidi Larbi Cherkaoui, over het gedeelde nest: ‘Er is inderdaad niet altijd tijd voor iedereen. Daardoor worden we in feite gedwongen om ook buiten Les Ballets te gaan werken. Wij overleven op die manier. Bij Les Ballets is het ecosysteem heel open: op bepaalde momenten moet je eruit stappen om plaats te maken voor een ander om erin te stappen. Maar dat werkt ook verfrissend. Je wordt geconfronteerd met jezelf, moet je voortdurend afvragen wat je echt wil...’
Of hoe het stellen van de juiste vragen al twintig jaar een gezonde reflex blijkt te zijn.
Les Ballets C. de la B., Citadellaan 40, B-9000 Gent, tel. +32 (0)9 221.75.01, fax +32 (0)9 221.81.72, info@lesballetscdelab.be, www.lesballetscdelab.be.
|
|