prijs voorkomen als ouderwets weggezet te kunnen worden. De typografische grapjes in enkele van zijn gedichten lijken rechtstreeks afgekeken te zijn van Tonnus Oosterhoff, al is het natuurlijk mogelijk dat ze onafhankelijk van elkaar op het idee zijn gekomen een gedrukt gedicht aan te vullen met handgeschreven correcties. En de kleine sonnetten van Kris Pint over mythische vrouwen zijn gebaseerd op ideetjes die wel erg voor de hand liggen. Zo zegt Sheherazade:
Paul Claes heeft ook dit soort gedichten geschreven, maar die zijn veel beter.
Het interessantst zijn die gedichten die niet alleen laten zien dat de dichter een postmoderne intellectueel is, maar die onbekommerd gebruik maken van eeuwenoude hulpmiddelen als klank, ritme, herhalingen en bezweringen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in ‘Lament’ van Geert Buelens:
De overdruk op het bestel & de magneet Lament
De zuigkracht van het bloed en de profeet Lament.
Het gebeurt ook in ‘De wind’ van David van Reybrouck:
en ergens groeien druiven in het avondlicht
en ergens huilt een vader zonder handen
en ergens dept een zoon zijn aders droog.
Het kan ook geen kwaad als de dichter enig gevoel voor humor heeft. Poëzie is een ernstige zaak, maar ook geestigheid kan serieus zijn. Dat is niet het geval bij Erik Metsue: ‘Duizendschoon, maagdenpalm, maankop, sierpompoen, / White loveliness, lis, zonnehoed, ereprijs’ enzovoorts, om in regel 14 te besluiten met ‘Hemelsleutel, ogentroost, morgenster, vrouw’. Het is wel het geval bij een schitterende aanklacht tegen de zelfvoldaanheid van de quasi-linkse culturele elite, een bladzijdenlange litanie van Albrecht B Doemlicht:
Jullie dus, die geen kaassaus meer op bloemkool
wilden, maar cocktail om te dippen
Die bij hoog en laag beweren dat belolive extra
vierge zoveel beter smaakt dan welke boter ook.
En ook ‘Een vogel’ van Jan Geerts is geestig: ‘Een vogel is een vis die niet kan vliegen’.
Welke van deze dichters dragen de belofte in zich de gezichtsbepalende Vlaamse poëzie van de komende tien jaar te gaan schrijven? Wie verdienen het ook in Nederland bekend te worden? Het is moeilijk te voorspellen, maar ik verwacht vooral veel van - in alfabetische volgorde - Geert Buelens, Eva Cox, Albrecht B Doemlicht, Jeroen Theunissen, David van Reybrouck en Nargilah V.H. De tijd zal het leren.
Piet Gerbrandy
Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw, samenstelling maarten de pourcq & x(avier) roelens, Uitgeverij P, Leuven, 2005,168 p.