de roman zorg draagt voor het samenvoegen van de stukken uit het pak van Sjaalman tot een coherent boek, is in de toneelbewerking Sjaalman zelf geworden.
Deze oplossing brengt twee essentiële voordelen met zich mee. Ten eerste voldoet Thijs hiermee aan de aristotelische eisen van ‘eenheid van tijd en plaats’. Een tafelkleedje wordt een sarong en een potplant verandert in een tropisch gewas, en zo blijkt de huiskamer van de Droogstoppels in een handomdraai omgetoverd in de veranda van Havelaars huis in Nederlands-Indië. Ten tweede krijgt de voorstelling veel lucht en lichtheid dankzij Thijs' ingreep. Het naspelen van de Radhen Adhipatti door mevrouw Droogstoppel, resident Slijmering door bullebak Rosemeyer of Tine door Droogstoppels dochter Marie leidt tot hilariteit bij de personages en dus bij het publiek. Hiermee wordt iets van de topzware, pamfletterige moraal van Multatuli's verhaal weggenomen.
Zo ingrijpend als Thijs de structuur van de roman heeft veranderd, zo vrij springt hij om met Multatuli's taal. Flarden tekst zijn nog wel herkenbaar, maar de grootste delen heeft de auteur ook stevig gemoderniseerd en gecomprimeerd. Bovendien gunt hij in een slotmonoloog Batavus Droogstoppel het laatste woord. Die beklaagt zich dat zijn persoon, na de publicatie van Max Havelaar, synoniem geworden is met bekrompenheid en eist wraak.
Een welkom gevolg is de grote helderheid van de voorstelling, tegenover het bijwijlen uitwaaierende, diffuse karakter van de roman. Door in te zoomen op Droogstoppel en Sjaalman en op hun beider wens een boek te maken, heeft Thijs de bovenliggende conflicten van Havelaar (met de resident, met de Radhen, met ‘het systeem’) in perspectief gezet. In Thijs' versie is de titel van Sjaalmans manuscript representatief voor al die conflicten: Max Havelaar versus ‘De Koffiveilingen Der Nederlandsche Handelsmaatschappy’ is gelijk aan Sjaalman versus Droogstoppel, is gelijk aan betrokkenheid versus opportunisme, is gelijk aan idealisme versus handelsgeest.
De ‘Max Havelaar’-productie van Hummelinck Stuurman Theaterbureau.
In deze constructie zit eigenlijk maar één zwakke plek, en dat is de wankele positie van de titelheld. Immers, in de salon van Droogstoppel speelt Sjaalman de rol van Havelaar, zichzelf dus. Dat is een lastige en soms ongeloofwaardige verdubbeling. Acteur Thom Hoffman, die Sjaalman speelt die zijn eigen ondergang naspeelt, had er zichtbaar moeite mee.
Al met al is de missie van Ger Thijs toch bijzonder geslaagd. Het ratjetoe aan verhalen en personages is drastisch teruggebracht, de moraal minder dwingend dan in de originele roman. Natuurlijk zullen verstokte Havelaar-fans (en dat zijn er nogal wat) allemaal wel iets missen uit de roman wat per se niet gemist kon worden. In de dagbladrecensies van de toneelpremière weerklonk af en toe een dergelijk geluid. Zo komt de geschiedenis van Saïdja en Adinda er in Thijs' versie inderdaad tamelijk bekaaid af.
Maar ‘halfheid leidt tot niets’, zoals een van
Havelaars bekende uitspraken luidt, en Ger Thijs heeft dat ter harte genomen. Een geslaagde toneelbewerking moet eerst en vooral afstand durven te nemen van de literaire bron. Werkt dit - als toneelstuk? Dat moet voor een
toneelmaker te allen tijde de leidende vraag zijn.
Welaan: de Max Havelaar van Ger Thijs werkt.
Thomas van den Bergh
Hummelinck Stuurman Theaterbureau, Max Havelaar, naar Multatuli, regie Ignace Cornelissen, script Ger Thijs, met Thom Hoffman, Kees Hulst e.a. Meer informatie: Hummelinck Stuurman Theaterbureau, Da Costakade 190, NL-1053 GX Amsterdam, tel. +31 (0)20 616.40.04, fax +31 (0)20 612.43.41, info@hummelinckstuurman.nl, www.hummelinckstuurman.nl.
De volledige tekst van deze Max Havelaar-bewerking is te vinden in het tijdschrift Over Multatuli, nr. 54, jg. 27 (2005).