Verzet tegen het ‘Empire’
Toen het in 1999 in Seattle tot grootschalige betogingen en rellen kwam naar aanleiding van een vergadering van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), was dat nog groot nieuws. Voor het eerst werd er immers een coalitie gesmeed tussen de meest uiteenlopende organisaties en groepen, die zich verenigden in hun gemeenschappelijk verzet tegen een als ondemocratisch ervaren globaliseringproces. Anno 2005 lijkt de andersglobaliseringsbeweging echter aan een nieuwe adem toe. Diverse internationale instellingen hebben zich in elk geval aangepast aan de te verwachten demonstraties en ze komen nu bij voorkeur samen in afgelegen kuuroorden of in Arabische stadstaatjes waar weinig te betogen valt. De vergaderingen van het Wereld Sociaal Forum, de jaarlijkse bijeenkomsten van zowat iedereen die zich op de een of andere manier bekent tot de andersglobaliseringsbeweging, zijn vaste prik geworden, en ze zijn al lang verbannen naar de binnenpagina's van de krant - als ze tenminste nog enige aandacht krijgen. Ook inhoudelijk lijkt er sprake van een zekere impasse. Net zoals dat eerder al het geval was bij andere sociale bewegingen, staan de andersglobalisten nu voor de uitdaging dat ze, na hun aanvankelijke succes, voor zichzelf duidelijk moeten maken waar ze eigenlijk voor staan. De diagnose is goed en wel gemaakt: het feit dat steeds meer beslissingen op een supranationaal niveau worden genomen, kan weinig democratisch genoemd worden. Maar over wat er dan in de plaats moet komen, blijkt heel wat minder overeenstemming te bestaan. De staalarbeiders, boeren, intellectuelen, tiersmondisten en studenten die in Seattle nog broederlijk naast elkaar opstapten, blijken er in de praktijk heel andere ideeën op na te houden over wat dan het alternatief is voor de huidige economische ordening.
Een deel van de andersglobalisten lijkt in elk geval gewonnen voor de orthodox-marxistische analyse van het duo Antonio Negri en Michael Hardt. In hun boek Empire (2001) stelden Negri en Hardt dat we evolueren naar een nieuw grootschalig wereldrijk, waarin de duistere machten van kapitaal en militaire suprematie de dienst uitmaken. Dat wereldrijk heeft volgens hen een geheel eigen dynamiek, waarin de afzonderlijke staten of bedrijven geen rol van betekenis meer spelen. Een probleem voor de geldigheid van hun analyse was wel dat kort na het verschijnen van hun boek de aanslagen van 11 september 2001 in New York werden gepleegd, waardoor de Verenigde Staten zich weer als een echte militaire grootmacht gingen gedragen. In plaats van een anoniem wereldrijk, zoals Negri en Hardt hadden voorspeld, kregen we opnieuw een traditionele grootmacht te zien, die niet aarzelde zijn militaire overheersing ook aan te wenden.
Negri en Hardt gingen echter nog een stap verder: in hun onlangs verschenen boek Menigte (2004) stellen ze dat het kapitalistische wereldrijk ook tegenkrachten oproept. Het gaat dan niet om één welbepaalde belangengroep, maar om een veelkleurige menigte van groepen en personen die op de een of andere manier het slachtoffer zijn van globaliserings-processen. De werkloze staalarbeider uit Noord-Frankrijk en de arme koffieboer uit Tanzania worden op dezelfde manier in de tang genomen door de marktmechanismen, en zij zullen zich dan ook als vanzelfsprekend verenigen in hun strijd tegen deze nieuwe overheersing, zo stellen Negri en Hardt eerder optimistisch.
Ook in het Nederlandse taalgebied heeft het werk van Negri en Hardt de nodige weerklank gekregen, en in zijn nieuwste boek Vertoog over verzet bouwt de Vlaamse filosoof Dieter Lesage verder op hun analyses. Hij vraagt zich vooral af hoe er binnen het geglobaliseerde wereldrijk nog op een democratische manier aan politiek kan worden gedaan. Terwijl Negri en Hardt opgaan in een autonoom-anarchistisch model, waarbij alle verschillende groepen uit de ‘menigte’ op een spontane manier hun stem zullen laten horen, is Lesage sceptischer over de mogelijkheden van een dergelijke autonome tegenbeweging. Hij blijft geloven in de instellingen van de representatieve democratie, terwijl hij anderzijds ook oog heeft voor de rol van intellectuelen in het verzet tegen de globalisering. Hij