Christophe Coppens, S/S Vrouwencollectie 2005.
tinten op zijn hoeden kregen een ongeziene gloed mee. En weer een andere keer was de kubus waarin hij al zijn ontwerpen een plaatsje had gegeven, volgestouwd met opgezette dieren. Dat hij ze over de Belgisch-Franse grens had gekregen, was een wonder. Wellicht mogen we die ensceneringen lezen als een knipoog naar zijn theaterstudie.
In de Brusselse Zwedenstraat vond hij midden jaren negentig een huis dat hij perfect kon indelen. In een eerste fase werd de benedenverdieping winkel annex showroom maar dat was niet vol te houden. Te veel mensen kwamen op de openstaande deuren af. En bovendien had hij echt niet de tijd om zijn hoeden zelf te verkopen. Intussen had hij in Brugge, zijn thuishaven, al een winkel geopend, en niet veel later volgden Antwerpen en Brussel. Maar ook daarin kwam verandering. Vandaag focust Coppens op de Belgische hoofdstad. Hij heeft er zijn winkel en zijn Atelier Coppens, dat op afspraak bezocht kan worden. Bezoekers krijgen bij het binnenkomen al de ettelijke assistenten aan hun werktafels te zien. Ze maken hoeden, een voor een. Een soort performance die alweer zijn link naar het theater onderhuids meegeeft.
Is hij dan geen ontwerper pur sang, Coppens? Wil hij meer zijn? Een kunstenaar misschien? Zelf krijgt hij het woord niet over de lippen, maar de vraag is wel op zijn plaats, want Coppens heeft zich de voorbije jaren opgeworpen als organisator en curator van diverse exposities in binnen- en buitenland en hij denkt ook als een conceptueel kunstenaar. Bij zijn expo in de Amsterdamse Brakke Grond ging hij op zoek naar de onderliggende inspiratie van Belgische modeontwerpers. In ‘What lies beneath’ zocht hij naar de hersenspinsels van designers als onder meer Marina Yee, Anna Heylen en Walter van Beirendonck. Hij voegde er ook een eigen opinie aan toe: in een ruimte hing hij alles letterlijk ondersteboven, en een post-it aan de muur had het veelzeggende opschrift: ‘Gezocht: geld’. Dat is wat elke designer het hardst verlangt, natuurlijk. Centen om telkens weer die collectie opgestart te krijgen.
Het universum van Christophe Coppens draait niet om geld. Wel om passie bij het creëren. Wat die creatie precies moet zijn, staat niet op papier. Uiteraard zijn de hoeden ook vandaag nog essentieel in zijn werk. Maar er zijn intussen tal van accessoires bijgekomen, ook voor heren. En de interieurobjecten zijn ook blijvers. Een gek allegaartje weliswaar, met als toppers een set kaviaarlepels, een vaas waarop een vis zit, en een condoomdoosje. Coppens had van zijn klanten wel vaker de vraag naar andere objecten gekregen, en waarom zou hij hen laten wachten? Bovendien kon hij op die manier in zee gaan met ambachtslui die net als Coppens zelf hun métier in de vingers hebben: ebenisten, kaarsenmakers en zelfs glasblazers.
Het opmerkelijkste in zijn werk zijn natuurlijk de tentoonstellingen: zijn ‘Dollhouse Project’ kwam in drie afleveringen en werd zeker in Nederland gelezen als een hoogst kunstzinnige uiting van creativiteit. Coppens moest het toen trouwens aan de kunstcritici van toonaangevende Nederlandse kranten uitleggen, niet aan de modejournalisten. Dat resulteerde in heel andere interviews, en in het predikaat ‘kunstenaar’. Of hij daar blij mee is? Ach, Coppens is een creatieve duizendpoot, een allround ontwerper die nooit om een idee verlegen zit. Hij moet ook niet zo nodig in een hokje geduwd worden.
Veerle Windels
Atelier Christophe Coppens, Nieuwe Graanmarkt 23, B-1000 Brussel, tel. +32 (0)2 538.08.13, www.christophecoppens.com.