Een trillend blad
Ex oriente lux. Het licht komt uit het oosten. Ik keek verbijsterd naar glanzend Grieks goud. Het was 11 maart 2004 en ik stond voor een vitrinekast in de Hermitage aan de Amstel. Het beroemde Hermitagemuseum uit Sint-Petersburg heeft nu ook een dependance in Amsterdam, in de stad die Peter de Grote deed beslissen om Petersburg te stichten. De vitrinekasten in de Hermitage etaleren haarfijne goudsmeedkunst van de hand van ambachtslui uit de Krim. Grieken hebben deze noordkust van de Zwarte Zee gekoloniseerd in de zevende eeuw voor Christus. Milete, een rijke handelsstad in Klein-Azië, leverde de eerste kolonisten. Ze botsten er op de Scythen, een wild steppevolk. Is dit Scythische en dus ‘barbaarse’ kunst? Is het Griekse kunst? Het is beide. Wat men vandaag métissage noemt, is er blijkbaar altijd geweest. Net nu de Europese Unie zich uitbreidt naar het oosten, is het goed om te bedenken dat het Westen uit het oosten komt, uit Klein-Azië om precies te zijn, uit steden als Milete, waar rond 600 voor Christus op een nieuwe manier over de dingen werd gedacht.
In dit nummer wordt niet alleen stilgestaan bij de Hermitage maar ook bij Vlaamse en Hollandse meesters in Oost-Europese en Russische musea. Gary Schwartz telde in 1981 in de catalogus van de Hermitage 1.773 stukken van Vlaamse en Nederlandse meesters. Gelukkig behoort het IJzeren Gordijn, ooit neergelaten tussen Stettin en Trieste, nu tot de geschiedenis, en zijn de lang aan het gezicht onttrokken kunstwerken gewoon weer van iedereen die ernaar kijkt.
Guy Janssens schetst de staat van de Europese Unie en de rol van Nederland en België in die Unie op een belangrijk keerpunt in haar geschiedenis. Op 1 juli 2004 wordt Nederland voorzitter van de Unie: zal het de hand over hand toenemende euroscepsis kunnen keren?
Het complexe Belgische federale model, dat willens nillens een laboratoriumfunctie heeft in Europa, wordt in een andere bijdrage kritisch tegen het licht gehouden door Wilfried Dewachter. De politoloog vindt dat de pariteitseisen (eisen voor een numerieke gelijkheid in de politieke vertegenwoordiging van Vlaanderen en Wallonië) en de particratie (de almacht van de politieke partijen) de dynamiek van het federalisme in België neutraliseren en verzwakken. Hij pleit ervoor de beslissingen niet weg te nemen van het volk, maar het onderscheidingsvermogen van dat volk juist te vormen: ‘to inform their discretion’, naar het woord van Thomas Jefferson.
Het was een merkwaardige dag, die elfde maart 2004 in Amsterdam. De Franse minister Dominique de Villepin, toen nog op Buitenlandse Zaken, had in zijn toespraak in de Stadsschouwburg bij de opening van de Boekenweek, gewijd aan de Franse literatuur, verwezen naar de moordaanslagen, diezelfde ochtend twee uur vroeger in Madrid. Maar zijn waarschuwing voor ‘identités meurtrières’ ging toen nog de mist in. Wij hadden nog niet naar de radio geluisterd.
Toen ik even later in de Hermitage aan de Amstel voor een gouden olijfkrans stond - takken, blaadjes en vruchten: alles wonderlijk bewaard na meer dan 2000 jaar - gevonden op de schedel van een Scyth, begon een van de ragfijne blaadjes plots te trillen: vraag mij niet waarom, dan, daar - een neveneffect van de klimaatregeling? Het zou het mooiste moment van die dag worden.
De kans is groot dat u die dit leest binnenkort voor het Europees Parlement gaat stemmen. Bedenk dan dat Europa even fragiel en magnifiek is als een trillend blad van een olijfkrans die ooit het hoofd bedekte van een Scyth uit de Krim.
Luc Devoldere
Hoofdredacteur