Want Linthout, vertaler en docent Nederlands aan Duitstaligen aan het Goethe Instituut in Amsterdam, presenteert in dit boek een haarscherp portret van Nederland. Hij signaleert de wederzijdse vooroordelen tussen Nederlanders en Duitsers, geeft culturele verschillen aan en biedt verklaringen voor die vooroordelen en verschillen. De boventitel van zijn boek is niet alleen leuk maar bovendien relevant: Frau Antje und Herr Mustermann. Frau Antje is het Hollandse kaasmeisje uit de Duitse reclamespotjes. Ze is blond, gezond, vrolijk, goedlachs, maar ook een vrouw met een commercieel plan. Tegenover die frisse meid-met-koopmansgeest staat Herr Mustermann, de stijve, keurige en gedisciplineerde Duitser. Nederlanders zijn creatief, pragmatisch, consensus-gericht en een beetje gierig. De Duitser van zijn kant houdt stram vast aan wet en hiërarchie, en lijkt in zijn gezagsgetrouwe rechtlijnigheid perfect de verinnerlijkte categorische imperatief van Kant te volgen: een algemeen geldend verbod lapt men niet zomaar aan zijn laars, zelfs niet omdat het handig is. Linthout haalt hier het voorbeeld aan van de Nederlandse fietser. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog nam de Duitse bezetter Nederlandse fietsers hun voorrang af. Deze wet werd pas op 1 mei 2001 opnieuw afgeschaft, maar tot op heden ergeren vele Duitsers zich aan de straffeloosheid van de Nederlandse fietsers. Dat was trouwens al het geval tijdens de bezetting, want toen overwogen de Duitsers zelfs even om roekeloze fietsers te straffen door hun banden leeg te laten lopen.
Fietsen duiken ook op in het beeld dat de naoorlogse generatie Nederlanders had van de Duitsers: heerszuchtige onverlaten die niet alleen graag marcheerden, maar tijdens de bezetting ook en masse fietsen in beslag hadden genomen. Het ‘Deutschlandbild’ bleef niet zo uitgesproken negatief, maar toch stelde het Clingendael Instituut via een aantal enquêtes vast dat Nederlandse jongeren in de jaren negentig nog steeds in uitgesproken negatieve termen over die humorloze Duitsers dachten. In Duitsland was het ‘Niederlandebild’ tot een eind in de jaren tachtig gematigd positief. Maar toen het Nederlandse elftal in 1988 ten koste van de Mannschaft Europees kampioen werd, waren de Duitsers al een stuk minder te spreken over hun westerburen. Na de publicatie van de resultaten van de Clingendael-rond-vraag was het hek helemaal van de dam. In februari 1994 verscheen een lang artikel in Der Spiegel. Daarin ging Frau Antje dwars over de schoot van Herr Mustermann voor een portie billenkoek. Er werd de Nederlanders rassenhaat, druggebruik, zedeloosheid en zelfs een neiging tot fietsendiefstal aangewreven. Bij het stuk stond een karikaturaal plaatje van Frau Antje als Heineken drinkende en wiet rokende sloerie - maar wel in traditionele klederdracht. Een afbeelding die opgeld deed, want in 1997 verscheen ze ook bij gelijkgestemde stukken in Franse kranten en bij een bijdrage over het ‘Land of Dope and Glory’ in The Independent on Sunday.
Het is Linthouts grote verdienste dat hij alle gemeenplaatsen en vooroordelen kalm en nuchter registreert, naar historische oorzaken zoekt en aan de hand daarvan een goed beeld schetst van Nederland. ‘Iedere Hollander zijn klompen’ en ‘elke Duitser zijn pinhelm’ zijn zienswijzen die de wereld wonderlijk helder en eenvoudig maken, maar Linthout neemt juist die simplificaties als uitgangspunt voor een genuanceerd verhaal dat Nederland ‘in seiner Vielfalt und Unterschiedlichkeit für Deutsche verständlich’ maakt.
En de Duits-Nederlandse relatie nu? Dat gaat alweer een stuk beter. In de Berliner Morgenpost van 4 januari 2003 stond zelfs nog een stuk met als kop ‘Niederländer heiraten am liebsten Deutsche Frauen’. En cijfermatig blijkt dat behoorlijk wat Duitse dames wel een Nederlandse heer lusten. De Holländer als Latin lovers voor de Mädel... er is werkelijk geen zekerheid meer als het om stereotypen gaat.
dik linthout, Frau Antje und Herr Mustermann. Niederlande für Deutsche, Ch. Links Verlag, Berlijn, 2002, 230 p., ISBN 3-86153-268-9.
‘Belgium, created in 1830, was a flimsy kind of unified state from the outset. It has always been an anomaly (...).’ Aldus Angus Roxburgh in zijn Preachers of Hate. The Rise of the Far Right, waarin het succesverhaal van het extreem-rechtse gedachtegoed in West-Europa in kaart wordt gebracht. In vlot geschreven persoonlijke stukjes maakt de auteur duidelijk dat de legerlaarzen en geschoren hoofden overal in Europa plaats hebben geruimd voor een keurig fascisme-in-maatpak. Het bovenstaande citaat komt uit het hoofdstuk ‘Belgium - Europe's Hole in the Head’. Als BBC-corre-