Ons Erfdeel. Jaargang 45(2002)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 681] [p. 681] Ilja Leonard Pfeijffer Sneeuw het pregnante volrijm van wieg tot wieg die pathetische peripetie van dat je pappa bent leek mij altijd voor de leven latende lozen niet voor de betekenaar die zwart op wit nalaat bloem en bij verdicht tot hoger honing die raadselige rozen rookt om zin te zuigen geen rozig vlees laat zogen voor zijn naam maar zijn naam zal schrijven tussen de namen wie heeft een naam te baren moet kuku op pamperpappa's poepen begin januari had het gesneeuwd wat lastig was de bussen raakten ontregeld door het levendaal beslagen van ongeduld binnenin houvast gleed weg onder grip en profiel wij gleden samen uit in de beschuitsteeg in de minnestraat dansten wij de eerste sporen de paradijssteeg was een kerstkaart in de mirakelsteeg maakten wij een pop die op elkaar leek leiden was kortom oz in wonderland en je voelde het kind in je groeien toch zorgen maakte ik mij nauwelijks in nederland zijn deze dingen goed geregeld pekel had de stad gecuretteerd de bussen reden weer op schema sporen gesmolten de sneeuwpop was weer weg gemaakt maar ik lees nu vaker sneeuwgedichten van het sneeuwt wij zijn gestorven het sneeuwt tussen de korven ik dien bezield door waan van zin ontzieling te lijf en gedachten liggen dood in onbeschreven wit Uit: Van de vierkante man, pp. 24-25. [pagina 682] [p. 682] Ilja Leonard Pfeijffer De graecvs die met schooltas taalde naar geheim met rugzak en achttien verlicht van retsina en klimmen in de zon met zijn gloednieuwe groothoeklens scherp zag de mens is een droom van de zon wie moet doen moet doen wat de geest raakt op drift dat is een gave elan maakt zinnen gespitst en een man mag zijn scherpte niet verzanden die nu met loepjesoogjes oude passie decodeert en -half geheugen met een voile van zware commentaren danst sneeuwbal in de spiegelzaal (hysteron hult parenthetisch proteron in periphrastische palillogia)- augmenteert in een code van punten en cursieven ieder wassend wellicht wordt een noot in getrokken door een bewijslast van millennia het aroma van grieks is bittere koffie met sigaretten ophoesten in lamplicht niks fel oranje neuken in de zwarte zon schrijf daar dan over potsierlijke graecus! het is tijd voor je trugrede van dat alles verwatert als zon voor de sneeuw dat gaven graven waren en dat een man zijn zwaard begraaft in het zand ga scheppen want wat kun je meer anders zeggen? Uit: Van de vierkante man, p. 27. [pagina 683] [p. 683] in memoriam c.m.j. sicking sicking gnuift niet meer vormvast voor de goede verstaander om ontwikkelingen en hiërarchie van argumenten en hapt vandaag niet als een hamerhaai naar lach omdat hij ergens altijd de indruk aan heeft overgehouden sicking mitst niet meer menens scherp als zijn snedige botten noch nochtanst verkneukeld om zijn knieën wankelig onwrikbaar als een porseleinen reusje als de sjah van een oliestaat in oorlog wiens altijd gelijk altijd vanzelf spreekt en er zijn mensen die dat missen bijvoorbeeld diegene die voor u staat bijvoorbeeld zijn grote warme oor dat wanhoop kon omzwachtelen met de vanzelfsprekendheid van een verzwegen verleden en de deur is dicht de luiken toe de wolven huilen buiten en ook gedenk ik dubbel ontkende precisiebombardementen op de woonwijken van mijn weerlegbare zekerheid en de fragiele bijl aan de wortels van mijn woorden was er ooit een pruisische don wars van veren een herr professor doctor uit vooroorlogs vergeelde tuinen van kent die genaakbaar hoogdrempelig vanachter kantelen van proza pek spuwt op pretentie dan was het deze draadkrachtige poppenspeler deze voornaam breekbare beschermheer zonder voornaam ik geloof niet dat wij ooit vrienden zijn geworden die elkaar laat in de avond bellen en op de schouders slaan na te veel bier en eigenlijk moet ik ook niets hebben van dictatoriale integriteit en het gedoe van denken integendeel maar een mens kan wel eens iets van een mens leren je hoeft geen voornaam te zijn om voort te leven geen vader om te kiemen en het heeft geen zin te ontkennen dat hij in aarde is gevallen Uit: Het glimpen van de welkwiek, pp. 82-83. [pagina 684] [p. 684] Ilja Leonard Pfeijffer zal ik jou vergelijken met zenuwgasaanval op doordrekte loopgraven van mijn rillend wachten en uitgesteld sterven? verkrampter stuipstaar ik met starre ogen willoos in de wolk van jouw slopende schoonheid en meiwind verwaait de wolken en geeft adem aan mannen als klaproos en achter maskers bestaat behoud doorweekte brieven arriveren soms en elke avond hunkert drie minuten kerstmis onder de lantaarn met lili die zou kunnen bestaan en de avondlucht kiert maar jouw vergiftigende gratie zal niet waaien noch vergaste rozendromers ademtocht laten happen die namen liggen te likken en liefde hopen in fluitende velden noch zal er bestand zijn tegen jou noch kan leven pochen dat in jouw schaduw lopen is wanneer jij neerslaat in stuiptrekkende letters van overgeven als gewurgde troepen zolang als ogen staren en geademd wordt zo lang vergiftigt dit met wolken van jouw massamoordend mooi dolores zijn Uit: Dolores, p. 24. Vorige Volgende