Beeldende kunst
Lucebert, de schilder
De Bezige Bij liet in 1994 de postume uitgave van Luceberts laatste dichtbundel van de maltentige losbol vergezeld gaan van een boekwerk met de titel Op bezoek bij Lucebert. Het bevat foto's die Karin Székessy maakte van de kunstenaar en zijn omgeving en afbeeldingen van een aantal werken op papier. De korte tekst is van de Duitse kunsthistoricus Jens Christian Jensen (o1928). Hij geeft daarin een impressie van een dagenlang verblijf bij Lucebert aan huis. Zijdelings verwijst hij naar gesprekken met de schilder/tekenaar/dichter en het onderzoek dat hij doet voor ‘een uitgebreid artikel over Luceberts schilderkunst.’
Dat ‘uitgebreid artikel’ heeft Jensen in het daarop volgende jaar geschreven. Hij legde dat vervolgens voor aan Lucebert. Die kon zich vinden in de tekst. Luceberts dood op 10 mei 1994 stelde Jensen voor het probleem of hij de opzet van zijn studie moest veranderen. Hij had over een werk in ontwikkeling geschreven, moest hij het nu als afgerond beschouwen? Jensen besloot dat niet te doen. Voor de onlangs verschenen uitgave Lucebert schilder werkte hij de oorspronkelijke tekst nog eens grondig door en voegde twee hoofdstukken toe, één over de laatste schilderijen en één over de verhouding tussen Lucebert de beeldende kunstenaar en Lucebert de dichter.
Wat we uit dit schitterende boek gewaar kunnen worden, rechtvaardigt de keuze van Jensen ten volle. De schaduw van de dood die al enige tijd over Lucebert hing, verlamde zijn werkzaamheden niet. Nog tijdens zijn laatste ziekenhuisopname tekende en dichtte hij door. Aan de hand van de reproducties van schilderijen uit het laatste jaar laat Jensen duidelijk zien dat er verschillende, veelbelovende nieuwe ontwikkelingen in Luceberts werkwijze aan de gang waren. Zijn oeuvre is niet als afgerond te beschouwen, het is afgebroken.
De bemoeienissen van Jens Christian Jensen met het werk van Lucebert zijn al van ouder datum dan 1992. Hij verzorgde in 1986 een tentoonstelling in Kiel en Berlijn waar tekeningen, gouaches en schilderijen te zien waren. Daarna schreef hij een essay voor de uitgave Lucebert schilder - dichter, die in 1991 verscheen ter gelegenheid van Luceberts bekroning met de Jacobus van Looyprijs voor dubbeltalenten. Deze langdurige aandacht heeft geleid tot een vertrouwdheid met het oeuvre, die het lezen van Lucebert schilder tot een enerverende ervaring maken. Jensen bezit het vermogen de technische (materiaalbehandeling), compositorische en iconografische aspecten van schilderijen woordrijk en zeer precies te formuleren. Daardoor is hij in staat het werk op inzichtelijke wijze te periodiseren. Hij maakt daarbij zichtbaar wat de wisselende invloeden van Luceberts dagelijkse tekenactiviteiten op het schilderwerk zijn. Soeverein toont Jensen zich waar hij bij de verschillende breuken in het oeuvre een winst-en-verliesrekening opmaakt. Als hij bijvoorbeeld rond 1964 een grotere schilderkunstige vrijheid ziet ontstaan, registreert hij een verlies van tekenkwaliteiten die het vroege werk zijn bijzondere spanning geeft.
Jensens kunsthistorische kwaliteiten komen tot uitdrukking in de manier waarop hij afzonderlijke schilderijen en bepaalde perioden inbedt in de nationale en vooral internationale context. Hij laat zien hoe Lucebert zowel in zijn werken op papier als in zijn schilderijen de confrontatie zoekt met de artistieke problemen die Dubuffet, Picasso, Klee, Appel, Saura oproepen, om er zijn onverwisselbaar eigen omgang mee te vinden. Niet eerder werd het werk van Lucebert zo precies geplaatst in de context van kubisme, surrealisme en Cobra.
Ik gebruikte verschillende malen woorden die met het gezichtsvermogen samenhangen. Naast de analytische vermogens van Jensen, is daar de uitvoering van Lucebert schilder voor verantwoordelijk. In drie chronologisch opge-