Kuil en Luik
Hugo Brandt Corstius
werd geboren in 1935 in Eindhoven. Volgde colleges wiskunde, filosofie en algemene taalkunde te Amsterdam en promoveerde over computertaalkunde. Hij is schrijver en wiskundige.
Adres: Corellistraat 14, NL-1077 HD Amsterdam
De twee Nederlandse woorden kuil en luik bestaan uit dezelfde vier letters, maar in verschillende volgordes. Zulke woorden heten anagrammen. Kuil en luik zijn niet zomaar anagrammen, zoals kuist en stuik dat bijvoorbeeld zijn. Kuil en luik hebben de bijzonderheid dat het anagrammen zijn die uit elkaar ontstaan door ruil van twee letters, namelijk de ka en de el. Kuil en luik zijn niet zomaar ruil-anagrammen zoals laken en kalen dat zijn. De ruil-woorden kuil en luik hebben namelijk de bijzonderheid dat ze de eerste en de laatste letter met elkaar geruild hebben.
Er zijn 676 woorden die weer een Nederlands woord worden als je de eerste en laatste letters, die verschillend zijn, met elkaar verwisselt. Daartoe horen bijvoorbeeld mier, miernaad, godin, totem, sober, pachtloon, royalistenstuntel, die veranderen in riem, diernaam, nodig, motet, robes, nachtloop, loyalistenstunter. In deze categorie eindjesverwisselende woorden hoort het paar kuil-luik tot de allerflauwste.
Maar er is met dit anagrampaar nóg iets bijzonders. In het algemeen kleedt men twee anagramwoorden tot het uiterste uit. Het is niet chic om met het paar katjesgeluiden - takjesgeluiden te zwaaien. Men brengt dat terug tot het strenge duo kat-tak. Maar soms is het beter om korte anagrammen uit te breiden. Zo wordt het ongeïnspireerde paar pose poes beslist beter als men het uitbreidt tot aaipose-aaipoes.
Hoe maken we het paar kuil-luik mooi?
Niet door er scheeps- voor te zetten. Scheepskuil en scheepsluik zijn eerbiedwaardige woorden, en het is niet uitgesloten dat een scheepsluik op een scheepskuil zit, maar dit is toch geen bevredigende uitbreiding. Ik zal het u maar zeggen: de samenhang tussen kuil en luik komt het best tot uiting in hun verlengingen valkuil en valluik.