schien wel aan tot enig nadenken. Voordat Abma op kerstavond 2000 voor het laatst de deur van de pastorie achter zich dichttrok, legde hij op de stoep, en bedolven onder een zee van kunstbloemen, ‘De aangespoelde man’ neer, die de wereld zou redden en na zijn verscheiden het en in het land is waargenomen in het trouwpak van zijn schepper: de Limburgse kunstenaar Michel Huisman.
Overigens bleef het recht om op zondagmorgen driemaal per maand gebruik to maken van het Kortenhoefse kerkje behouden. Voor de liturgische diensten (Monteverdi en Palestrina, Bach en Daan Manneke) en de Nescio-lezingen annex koffieconcert zijn Abma en de IKON-televisiemaker Jacobine Geel samen verantwoordelijk. Zijn gehoor is een ‘gemeente’ van ex-katholieken, ex-gereformeerden, joden en onkerkelijken.
Ondanks dat enigszins bittere einde was het jaar 2000 het voorlopig hoogtepunt in zijn carrière als tentoonstellingsmaker. In 2000 namelijk realiseerde Abma de manifestatie ‘Inkeer - een onderzoek vanuit literatuur en beeldende kunst’. Op vijfendertig uitgelezen locaties, verdeeld over alle Nederlandse provincies, presenteerden veertig kunstenaars hun visie op en ervaring met het thema ‘Inkeer’, in dit verband begrepen als ‘een terugtrekkende beweging op de enige plek in jezelf waarop pijn en twijfel geen vat hebben.’ Meer toelichting ontleent Abma aan de joodse filosoof Levinas; die gebruikt voor inkeer het Franse werkwoord recueillir: oogsten, in- en verzamelen, ontvangen, opnemen, zich ontfermen, (...), mediteren, en reflexief: jezelf bij elkaar rapen.
Het is een thema, dat niet alleen aanleiding werd tot een aantal schitterende kunstwerken, maar dat ook zeer lezenswaardige teksten opleverde van theologen, dichters, filosofen en hoogleraren wijsbegeerte, waaronder ook de onlangs overleden Cornelis Verhoeven.
Tineke Smith, ‘Xenos’, ijzer en glas, 1998 - Foto Peter Edel.
Ook van enkele deelnemende kunstenaars zijn teksten in de catalogus opgenomen, zoals die van Arno Kramer die zijn bezoek aan het ‘Gallarus Oratory’ beschrijft, Ierlands oudste bidplaats: ‘Daar in de besloten ruimte van de bidplaats zag ik alles als ruimte. Het lichaam als ruimte, maar ook een tekst als ruimte en lichaam. De tekst natuurlijk als mentale ruimte, dat realiseer ik me wel in al die hoogdravendheid daar in dat kapelletje.’ Een dergelijke bespiegeling is kenmerkend voor het niveau, waarop aan ‘Inkeer’ is gewerkt.
Dat er met de aanduiding ‘uitgelezen locaties’ geen woord te veel is gezegd, wordt direct duidelijk als men ziet op welke plekken en plaatsen er geëxposeerd of geïnstalleerd kon worden. Een kleine selectie slechts: het Van Goghkerkje in Nuenen, de museumkerk van Nagele in de N.O. Polder, de v.m. synagoge in Weesp, de Grote of St. Laurenskerk in Rotterdam en de stiftskerk van Weerselo. En het lichtvervallen romaanse kerkje van Fransum in de provincie Groningen, waarover C.O. Jellema dichtte: