Ed Leeflang
Herfst
De muizen draaien hun dagenrad.
Schelpen die elkaar niet horen
ruisen van oorlog. Zo is de herfst
gebrouwen van plagen, nat blad
en wind voor de doedelzak.
Hoor de liefdes mij vragen
mij niet in regens te verdiepen,
in dieren, in weer. Zij hadden
hun rug, hun buik, hun zij,
kanten waarop zij niet sliepen
naast of nog verder van mij.
nu peren barsten van sap,
de vochtspin huist in het bad,
nu reigers diep in hun schouders
uit bedelen gaan in de stad.
Alle gedichten uit: Sleutelbos, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1999.