Publicaties
Hoe Bolkestein links in zijn zak stak
Is er iets dat het paradoxale bestaan van een mogelijke relatie tussen tegenstellingen kan verklaren? De relatie dus tussen dag en nacht, tussen oorlog en vrede, haat en liefde? Misschien wel dit: hoewel tegenstellingen elkaar in absolute zin uitsluiten, hebben ze elkaar toch ook broodnodig om hun afzonderlijke verschijningsvorm te kunnen begrijpen. Wat immers is een dag zonder een nacht, of een oorlog zonder vrede? Je zou het met een Overijssels spreekwoord cynischer kunnen zeggen: tussen tegenstellingen bestaat dezelfde relatie als tussen de partners van een slecht huwelijk: ‘van elkaar meugen ze niet, bij elkaar deugen ze niet’.
Ergens in die elkaar uitsluitende verschijnselen ligt een zekere aantrekkingskracht waaraan we een tweetal boeken te danken hebben, die in een bepaald opzicht uniek mogen heten. Het gaat om boeken die geschreven zijn door bij uitstek ‘linkse’ redacteuren van het weekblad Vrij Nederland met als onderwerp de meest ‘rechtse’ politicus van dat moment. In 1970 leverde dat een boek op over de oer-conservatieve fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer, mr. Harm van Riel, die zich in de roerige jaren zestig als enige politicus voluit conservatief en rechts durfde te noemen. Hij stond op de bres voor gezag en orde, maar vond het ook van zijn kant de moeite waard een duel aan te gaan met de ‘vijand’, VN-redacteur Joop van Tijn. De neerslag van dat debat leverde het alleraardigste boek op: Mr. H. van Riel, in gesprek met Joop van Tijn. Op de omslag een portret van een strijdbare Van Riel die vervaarlijk aan een dikke sigaar trekt.
En zo waar, in 1999 waagden de VN-redacteuren Max van Weezel en Leonard Ornstein zich in het hol van de leeuw. Het resultaat: een kloek portret van de liberale vrijbuiter Frits Bolkestein, die overigens anders dan zijn partijgenoot Van Riel de lezer vanaf de omslag vriendelijk en innemend aankijkt. Toch was hij de afgelopen jaren de meest strijdbare en meest polemische politicus, die schijnbaar onbewogen het ene heilige huisje na het andere omver kegelde. Onder zijn leiding groeide de VVD bijna uit tot de grootste politieke partij van Nederland. Maar helaas, dat bleek bij de laatste verkiezingen toch een brug te ver en alsof het zo gepland was, droeg hij kort na de verschijning van zijn boek de leiding van de partij over op Hans Dijkstal. Inmiddels is de euroscepticus Bolkestein het Nederlandse lid van de Europese Commissie. Premier Kok zal gedacht hebben: een flink eind uit de buurt met deze man, het Europese parlement zal hem ondanks zijn bezwaren wel willen accepteren.
Maar goed, twee boeken dus van links over rechts of rechts over links, die merkwaardig genoeg dezelfde teleurstelling opleveren. Zo zit je als lezer toch min of meer te wachten op een ontmaskering in de trant van: linkse journalist spijkert rechtse politicus ongenadig vast op abjecte standpunten, of toont aan hoe verderfelijk diens politiek wel is voor de Nederlandse samenleving. Daarvan is echter geen sprake. In het duel met Joop van Tijn blijkt Van Riel volop de gelegenheid te krijgen zijn onvoorstelbare eruditie tentoon te spreiden. Zelfs als je Van Riels verdediging van de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika nog eens naleest, ben je bijna geneigd te denken: zo krankzinnig was het ook weer niet en in ieder geval trad Van Tijn hem op al die punten wel erg genadiglijk tegemoet. Zoveel is duidelijk: in dit boek is Van Tijn zichtbaar onder de indruk van deze uitzonderlijke politicus met zijn ongeëvenaarde formuleringsvermogen, zozeer zelfs dat de schrijver het telkens weer op de koop toeneemt door Van Riel met een onmiskenbaar duivels plezier met een kluitje in het riet te worden gestuurd.
Dat laatste kun je weer niet zeggen van Van Weezel en Ornstein. Ook hun boek is ten dele de neerslag van een reeks lange gesprekken met de hoofdpersoon, maar anders dan Van Tijn hadden zij zich van te voren grondig gedocumenteerd. Bovendien hadden zij de moeite genomen zo ongeveer iedereen te interviewen die wel eens iets met Bolkestein te maken heeft gehad. Kortom, munitie genoeg om het Bolkestein knap lastig te maken. Maar juist daarom