Taal- en cultuurpolitiek
‘J'emprunte ton ciel dans mes mots’
Nederlandstalige literatuur voorgesteld in Luxemburg en Namen
Op 2 en 11 maart 1999 organiseerde de redactie van het tijdschrift Septentrion. Arts, lettres et culture de Flandre et des Pays-Bas, uitgegeven door de Stichting Ons Erfdeel, twee literaire avonden. Deze vonden respectievelijk plaats in het Théâtre des Capucins te Luxemburg en in het Théâtre Royal te Namen, met de financiële steun van de Administratie Buitenlands Beleid van de Vlaamse Regering en de Nederlandse Ambassades in Brussel en Luxemburg.
De titel van het programma - J'emprunte ton ciel dans mes mots - werd ontleend aan het gedicht ‘West-Vlaanderen’ van Hugo Claus, dat hijzelf samen met nog een aantal andere gedichten voorlas tijdens de twee avonden. Daarnaast bracht Margriet de Moor twee fragmenten uit Eerst grijs dan wit dan blauw en speelde de actrice Rosemarie Bergmans een hoofdstuk uit Willem Elsschots Villa des Roses. Voor het middengedeelte van het programma werd op meer dan alleen de menselijke stem een beroep gedaan: Dirk van Esbroeck, afwisselend begeleid door gitaar, saxofoon, klarinet en klavier, zong op muziek gezette gedichten van Guido Gezelle, Luuk Gruwez, Rutger Kopland, Anton Korteweg, Richard Minne, Guillaume van der Graft en M. Vasalis.
Met deze manifestaties, die op een grote belangstelling konden rekenen, wilde de Stichting Ons Erfdeel de Nederlandstalige cultuur voorstellen aan een Franstalig publiek. Dat gebeurde reeds eerder in 1996 met het literaire programma Une main tendue in Brussel, Rijsel, Luik en Parijs. En in 1998 konden Engelsen en Schotten kennismaken met Nederlandstalige literatuur in Engelse vertaling tijdens de Low Leans the Sky-avonden in Londen en Edinburgh.
Zoals ook bij die vorige gelegenheden het geval was, ontving elke toeschouwer een exemplaar van het programmaboek.
J'emprunte ton ciel dans mes mots bevat, naast alle teksten die tijdens beide avonden werden voorgelezen,
ook de Nederlandstalige originelen en een aantal beknopte essays over het werk van de voorgestelde auteurs. Op die manier krijgt het project een permanent karakter. Bovendien worden zo ook een aantal teksten verzameld waarvan nooit eerder een vertaling verscheen. Een opmerkelijk voorbeeld hiervan is het hoofdstuk uit
Villa des Roses. Deze roman, die speelt in een Parijs pension, is werkelijk op de maat gesneden van een Franstalig publiek, maar werd toch nooit eerder vertaald. Verder werd ten behoeve van het Luxemburgse publiek een gedicht van Claus in Duitse en Letzeburgse vertaling opgenomen. En Van Esbroeck zong in de hoofdstad van het Groothertogdom het gedicht van Minne in het Duits. Ook deze vertaling staat in het programmaboek.
In zijn welkomstwoord verwees hoofdredacteur Jozef Deleu naar het citaat van Paul Valéry dat als motto diende voor het eerste nummer van Septentrion in 1972: ‘Enrichissons-nous de nos mutuelles differences’. Het is verheugend vast te stellen dat in de loop van de twee avonden een 800-tal mensen op deze uitnodiging zijn ingegaan. Dat zich onder deze aanwezigen een groot aantal jonge neer-