Nieuwe tentoonstellingsvleugel van het Van Gogh Museum. -Foto Jannes Linders.
moet de collectie goed onderdak.’ Liever in een klap van alle bouwoverlast af, dan jaren in het stof. Het museum sloot zijn deuren en de Van Goghs verhuisden naar de National Gallery of Art in Washington of naar het nabijgelegen Rijksmuseum.
Het oude en afgebladderde gebouw, waarvoor Gerrit Rietveld een jaar voor zijn dood in 1964 het ontwerp schetste, wordt gerenoveerd door architect Martien van Goor. Het hoofdgebouw, dat er al een kwarteeuw staat, en door Rietvelds collega J. van Tricht werd voltooid, is te krap. Het was berekend voor een verwacht bezoekersaantal van zestigduizend per jaar; het zijn er inmiddels een miljoen. De hoofdentree van het Rietveld-gebouw is te klein, de faciliteiten in het museum zijn verouderd, de klimaatbeheersing ouderwets en het licht te fel. Het gebouw was een hommage aan de schilder van het licht. Daarom ook koos Rietveld voor veel daglicht in de twintig meter hoge centrale hal. Maar schilderijen zijn kwetsbaar. Te veel licht schaadt de werken. Het gerenoveerde hoofdgebouw, dat de vaste collectie herbergt, ruim tweehonderd schilderijen en zeshonderd tekeningen, krijgt een nieuw klimaatbeheersingssysteem en ander licht.
Het Van Gogh Museum heeft, door de spectaculaire uitbreiding op het Museumplein, er ruim 2300 vierkante meter expositieruimte bij. De ovaalvormige nieuwe vleugel van het museum, ontworpen door de Japanse architect Kisho Kurokawa, heeft al een koosnaampje: ‘het koekoeksei’. Het paviljoen verrees, als het ware verweesd, uit het omgewoelde stadslandschap van het Museumplein. Het is een grijze iglo, ‘een mossel’, een streng-geometrische constructie die zijn ware vorm verbergt. Driekwart van het gebouw bevindt zich onder de grond. De nieuwe vleugel steekt nog geen tien meter boven het maaiveld uit.
De nieuwbouw van het Van Gogh Museum is mogelijk gemaakt door een donatie van 37,5 miljoen gulden (± 686 miljoen BEF) van de Japanse zakenman Yasuo Goto, president van het Japanse verzekeringsconcern Yasuda, een van de grootste Japanse schadeverzekeraars. Het concern beheert ruim 50 miljard gulden (± 900 miljard BEF) kapitaal. In 1987 kocht Yasuda Van Goghs beroemde ‘Vaas met Zonnebloemen’, voor veertig miljoen dollar. Zakenman Goto wil ‘iets terugdoen voor het publiek’. Van Gogh is voor de Japanners een icoon. De schilder hield zielsveel van Japanse prenten. Werken van Van Gogh staan in alle Japanse schoolboeken. Zijn schilderijen, meent Goto, ‘vertolken hoop en toekomst’. Toen Van Gogh het zonlicht in het Zuid-Franse Arles zag, dacht hij het heldere Japanse kleurenlicht te vinden dat hij zo bewonderde in Japanse tekeningen en prenten.
De totale kosten van nieuw- én vernieuwbouw bedragen 75 miljoen gulden (± 1,4 miljard BEF). Yasuda betaalt de nieuwe vleugel. Het ellipsvormige gebouw, dat als een paddestoel opstijgt uit de bouwput op het Museumplein, is een oase van rust en helderheid. Het is een gesloten en ietwat geheimzinnig gebouw, dat helemaal vrij en los van het hoofdgebouw is opgetrokken. De nieuwbouw is met een ondergrondse gang verbonden met het oude Rietveldgebouw.
Het ovaalvormig paviljoen, bestemd voor de tijdelijke exposities, is een buitengewoon ele-