Jan Siebelink (º 1938). - Foto Cor de Kock.
uitoefent, zoals in de roman
Vera (1997). In de onlangs verschenen verhalencyclus
De bloemen van Oscar Kristelijn heeft de hoofdpersoon het leraarschap verruilt voor het beroep van bloemist.
Het nadrukkelijkst is het onderwijs aanwezig in de lijvige bundel Laatste schooldag (1994) waarin Siebelink de novellen Ereprijs (1987) en Met een half oog (1992) heeft ingebed in negen verspreide verhalen die alle een docent als hoofdpersoon hebben die aan het fictieve Willem de Zwijger college in E. werkt. Maar ook al in zijn eerste roman, Een lust voor het oog (1977) gaat het om een leraar (die in zijn eerste betrekking mislukt). In de verhalenbundel Koning Copetua en het bedelmeisje (1983) werkt de hoofdpersoon van ‘Niets te vieren’ in het middelbaar onderwijs, net als de protagonisten van Met afgewend hoofd (1986) en Schaduwen in de middag (1987).
Bij de laatste twee gevallen wordt Siebelinks voorkeur voor het onderwijsmilieu het duidelijkst, want voor de centrale thematiek zouden de hoofdpersonen evengoed advocaat of notaris kunnen zijn. Dat geldt ook voor de hoofdfiguur van De bloemen van Oscar Kristelijn. De uitgever stelt dat de cyclus een vervolg in de eerste persoon is op de novelle Ereprijs, maar Kristelijns verleden bijvoorbeeld, is niet helemaal identiek aan dat in de novelle. De dissertatieplannen daaruit ontbreken, de onderwijsloopbaan blijkt om diverse redenen minder glanzend te zijn verlopen en de naam van de school is gewijzigd. Die verschillen zijn interessant, kennelijk wilde de eigenzinnige Siebelink niet zomaar een vervolgroman schrijven.
De belangrijkste thematiek van Siebelinks oeuvre is dan ook niet die van het leraarschap of de worsteling met het protestantse geloof. De werkelijke thematiek is het onbehagen van social climbers.