Een gemankeerd Hooglied
In Vrouwen, jaloezie en andere ongemakken, een in 1996 verschenen bundel essays en dagboekbladen, brengt H.C. ten Berge een moeizame liefdesgeschiedenis uit zijn jeugd ter sprake. Een belangrijke oorzaak van de strubbelingen tussen de geliefden was de jaloezie van het meisje op zijn creativiteit. Bovendien vervulde haar stiefvader een, niet nader gespecificeerde, ‘negatieve rol in haar vroege puberteit’
Dit autobiografische materiaal lijkt Ten Berge te hebben gebruikt voor zijn roman De jaren in Zeedorp. Deze ‘episodische vertelling’, zoals het boek in de ondertitel wordt genoemd. draait om de liefde tussen Edgar Moortgat, ook de hoofdfiguur in Ten Berges vorige roman, Het geheim van een opgewekt humeur (1986), en Marie-Louise Aptekman. Edgar staat aan het begin van zijn ontwikkeling tot schrijver. Muziek en poëzie beheersen zijn leven, evenals dat van zijn vrienden in Zeedorp, dat gelijkenis vertoont met Bergen in Noord-Holland. De tekst van de roman is dan ook doorspekt met dichtregels, vooral van Lucebert, meestal aangeduid als ‘de dichter’. Een hommage aan deze in 1994 overleden inwoner van het dorp aan zee en tegelijk een manier om het poëtische klimaat van de jaren vijftig, de tijd van handeling, op te roepen. Zoals Edgar van Louise houdt, houdt zij van hem, maar toch blijft zij een zekere afstand bewaren. Een seksuele relatie komt niet tot stand en de jeugdliefde bloedt tenslotte dood.
De bijzondere betekenis die Louise voor
H.C. ten Berge (º1938) - Foto Roeland Fossen.
Edgar vertegenwoordigt, komt tot uitdrukking in de wijze waarop een sculptuur van Marcello Mascherini, ‘Cantico dei Cantici’ (een detail is afgebeeld op het omslag), in de roman is verwerkt. Als Edgar het beeld voor de eerste maal ziet, is hij terstond diep onder de indruk van de ‘twee ranke gestalten, beiden naakt, die elkaar in opperste liefde aanschouwden - zij met achterwaarts gestrekte armen en opgeheven borsten voor hem staand, hij met zijn handen haar hoofd en loshangend haar voorzichtig omvattend’ (p. 79). Bij de eerste fysieke toenadering tussen Edgar en Louise wordt gerefereerd aan deze beeldengroep: ‘Zonder het te weten leunen zij bijna tegen elkaar als in het Hooglied. Edgar heeft zijn handen om haar achterhoofd gevouwen (...)’ (p. 108). Echter, de liefde van Edgar en Louise zal nooit de volkomenheid bereiken van de liefde die bezongen wordt in het Hooglied.
In De jaren in Zeedorp doet Edgar na dertig jaar een poging tot opheldering van zijn relatie met de ongrijpbare Louise. Hij wordt daartoe aangezet door zijn huidige geliefde, Miriam. In de ‘Proloog’ dwingt zij hem speels in de rol van Sjahrazad (beter bekend als Sheherezade), die in 1001 Nacht moet vertellen om in leven te blijven. Afwisselend in de eerste en derde persoon, puttend uit oude brieven en notities, alsook de aantekeningen van Louise, die zij hem kort tevoren heeft gegeven, tracht Edgar zijn verleden te