| |
| |
| |
Robert Zandvliet, ‘Zonder titel’, 1997, tempera op linnen, 136 x 376 cm., collectie KPN, Den Haag, Courtesy Galerie Onrust Amsterdam - Foto Olaf Bergmann.
| |
| |
| |
Het ‘zien’ van Robert Zandvliet
Saskia Bak
werd geboren in 1964 te Delft. Studeerde kunstgeschiedenis aan de R.U. Groningen en is hoofd tentoonstellingen in het Fries Museum te Leeuwarden.
Adres: Radesingel 14b,
NL-9711 EJ Groningen.
Al surfend op het internet kun je belanden in het archief van de Vleeshal: een expositieruimte in het Zeeuwse stadje Middelburg waar hedendaagse kunst getoond wordt. Wie de gegevens opvraagt van de tentoonstelling die de sterk in de belangstelling staande Nederlandse kunstenaar Robert Zandvliet (Terband 1970) daar in 1997 had, krijgt een korte tekst en enkele foto's doorgezonden als getuigenissen van de expositie.
Alvorens deze pagina zich laadt, wordt de gebruiker geconfronteerd met een wit scherm, waarop in zwart snel achter elkaar zin voor zin een tekst verschijnt, gevolgd door een wit scherm. Een eenvoudiger ontwerp van een pagina is bijna niet denkbaar en daarom is zij juist zo veelzeggend. Er is doelbewust geen gebruik gemaakt van het enorme scala aan beeldende mogelijkheden dat het internet biedt, maar alle aandacht gaat uit naar het wit en de tekst. De pagina vormt een meditatief moment in het bombardement van visuele en textuele informatie op het internet.
Zij verwijst naar de lang meest geëigende vorm van informatieoverdracht, namelijk letters op papier. Toch vormt de pagina geen toepassing van een oude vorm in een nieuw medium. Integendeel, de zinnen verschijnen niet in één tekstblok, maar na elkaar waardoor je ze in een gedwongen tempo moet lezen.
Er zijn meer associaties mogelijk. Het verloop van de zinnen doet sterk denken aan de aftiteling van een film, waarin één voor één de medewerkers genoemd worden.
De site heeft als titel ‘Het Witte Doek’, waardoor de associatie met film versterkt wordt, maar waardoor er tevens een relatie gelegd wordt met de schilderkunst. Het begin van ieder schilderij is een wit doek.
Of het nu om een filmdoek of schilderslinnen gaat, laat Robert Zandvliet in het midden.
| |
| |
Overzichtstentoonstelling ‘Het witte doek’, met werk van Robert Zandvliet in de Vleeshal in Middelburg, 1997, Courtesy Galerie Onrust Amsterdam - Foto T. & R. Henderson.
De hele tekst luidt:
Robert Zandvliet
Het witte doek
Het witte doek staat voor de plek
waar alle beelden vandaan komen
hoe kijken wij
hoe zien wij dingen
zien is het doorgronden van het beeld
alle beelden die we kennen
zijn in dit scherm gebrand
dit is eigenlijk het ultieme beeld
Voor veel scheppende kunstenaars, zoals schilders, moet het witte doek een kwelling zijn. Het schreeuwt om een invulling en het is aan hen om die keer op keer te bedenken: origineler, veelzeggender, krachtiger en in ieder geval anders dan de miljoenen beelden die er in de loop der eeuwen al gemaakt zijn. Een vrijwel onmogelijke opgave en het is dan ook niet verwonder-
| |
| |
Robert Zandvliet, ‘Zonder titel’, 1996, tempera en olieverf op linnen, 226 x 401 cm., Collectie Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, Courtesy Galerie Onrust Amsterdam - Foto Olaf Bergmann.
lijk dat de schilderkunst deze eeuw al diverse malen dood is verklaard. En telkens maar weer, wordt zij door jonge kunstenaars opnieuw leven ingeblazen.
De heldere, krachtige schilderijen van Robert Zandvliet tonen de levenslust van de schilderkunst. Hij laat zien dat het witte doek nog steeds een belofte inhoudt en een wereld van onbegrensde mogelijkheden verbergt. Net als goede schakers met ieder slechts zestien stukken steeds maar weer in staat blijken nieuwe, interessante stellingen op het bord te toveren, creëert Zandvliet met de aloude materialen verf en doek nieuwe, overtuigende beelden. Zandvliet wordt niet gehinderd door de ballast van eeuwenlange schilderkunst, maar concentreert zich op de voor hem essentiële vraag: wat is zien? Zijn opvatting van zien is niet zomaar iets waarnemen, maar het werkelijk doorgronden van het beeld. En dat is wat hij van meet af aan trachtte te doen.
| |
Op zoek naar het archetype
Leren kijken heeft Zandvliet naar eigen zeggen op de kunstacademie in Kampen. Hij maakte toen voor het eerst kennis met kunst, musea, theater en muziek en nam alles onbevangen in zich op. Na de kunstacademie in Kampen ging hij naar ‘de Ateliers’: een belangrijk onafhankelijk kunstenaarsinstituut in Amsterdam, waar getalenteerde jonge kunstenaars zelfstandig kunnen werken onder kritische begeleiding van toonaangevende kunstenaars en critici. Zandvliet exposeerde direct na ‘de Ateliers’ in toonaangevende instituten in Nederland, zoals Witte de With in Rotterdam, gevolgd door exposities in onder andere het Dordrechts Museum en De Pont in Tilburg. Zijn werk is aangekocht door het Stedelijk Museum in Amsterdam, Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en andere belangrijke Nederlandse musea.
| |
| |
Robert Zandvliet, ‘Zonder titel’, 1997, tempera op linnen, 241 x 376 cm. - Stichting De Pont, Tilburg, Courtesy Galerie Onrust Amsterdam - Foto Henk Geraedts.
Het werk waarmee hij zijn naam vestigde, is tot nu toe typerend voor Zandvliet. Het overtuigt en is heel vanzelfsprekend, alsof het al ergens bestond en nu pas naar buiten treedt.
De doeken tonen zeer eenvoudige en alledaagse motieven, zoals een bushokje, een eierdoos, een leeslamp of mergpijpjes (Nederlands gebak). Het zijn niet alleen eenvoudige uitgangspunten, maar ook onschuldige. Ze hebben zelf weinig betekenis en dragen niet een hele wereld aan connotaties met zich mee. De onderwerpen zijn op zo'n manier geschilderd dat ze goed herkenbaar zijn, maar tegelijkertijd abstracte vormen worden. Er zijn geen details weergegeven, er is geen context, de ruimte is onbepaald en onbestemd, en de verhoudingen zijn onduidelijk. Zandvliet zoomt soms in op de onderwerpen, benadert ze vanuit een vreemd perspectief of blaast ze op tot enorme formaten, waardoor de onderwerpen los komen te staan van hun eigenlijke uitgangspunt. Zo geeft een schilderij uit 1994, nu in het Stedelijk Museum in Amsterdam, een perspectivisch vertekend blok chocolade weer, maar ook een patroon van vakjes omringd door een zachte groene kleur. Zo toont een schilderij uit 1996, nu in het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, een patroon van kleurvlakken en strepen en is het ook leesbaar als de zijkant van een caravan. De strepen worden kaders van de omtrek, de ramen of de strips op de caravan. Het is Robert Zandvliet duidelijk niet om de toevallige eigenschappen van dat ene uitgangspunt te doen, maar hij probeert de algemene kenmerken te zien en te doorgronden. Hij is op zoek naar het archetype.
| |
| |
Robert Zandvliet, ‘Zonder titel’, 1996, tempera en olieverf op linnen, 167 x 250 cm., collectie ABN AMRO, Amsterdam, Courtesy Galerie Onrust Amsterdam - Foto Olaf Bergmann.
| |
Het oog van de toeschouwer
In het werk dat iets later is ontstaan, houdt Zandvliet zich rechtstreekser bezig met kijken en met zien. Hij schildert een serie doorkijkjes. Geen object meer in een ruimte, maar de ruimte zelf, gezien door een verrekijker, een vliegtuigraampje, een autospiegel. Net als eerder de objecten, is nu de ruimte weinig gedefinieerd: de blik door de verrekijker toont een groene voorgrond met daarboven wit, de blik door het vliegtuigraampje een witte voorgrond met daarboven blauw.
Voor de expositie ‘Het Witte Doek’ in Middelburg bouwde Robert Zandvliet in de architectonisch dominante ruimte van De Vleeshal een witte doos. In deze doos hing hij tegenover elkaar twee enorme schilderijen van een bioscoopscherm. Op de tussenliggende wand hing een doek van bioscoopstoelen. Net als in zijn eerdere werk zijn de uitgangspunten herkenbaar, maar in zeker zin ook abstract en kijk je naar kleurvlakken, lijnen en verfhuid. Aan de buitenzijde van de doos hing aan de korte kant een schilderij van een televisietoestel en aan de andere zijde een beeldvullend ‘portret’ van een fotocamera. Dit werk verontrust. We zijn er aan gewend om zelf door een lens van een camera te kijken; we weten hoe we naar foto's moeten kijken; we herkennen het als de verworvenheden van de fotografie in schilderkunst zijn gebruikt. Ook zijn we gewend zelf een rol voor de camera te spelen, maar dan kennen we de wereld erachter. Nu niet, het enige dat we zien is een enorm oog. Houdt het ons in de gaten? De reflectie verraadt niets.
In de hele expositie wordt het begrip kijken op een confronterende manier aan de orde gesteld. De schilder heeft zinderend witte doeken geschil-
| |
| |
derd en een dode beeldbuis. Normaal is het aan hem om het witte doek een beeld te geven, maar dit is zijn beeld. Het is nu aan de kijker.
| |
Plezier in het schilderen
Meer recentelijk schildert Zandvliet kruispunten van snelwegen en landschappen. Wie het uitgangspunt van de kruispunten van snelwegen met rotondes en fly-overs niet kent, herkent ze waarschijnlijk niet als zodanig. De werken zijn abstracte patronen van transparante lijnen, kleurvlakken en banen over een onbestemde achtergrond geschilderd.
De landschappen zijn herkenbaarder, niet als een specifiek type landschap of als plek, maar wel als landschap, als archetype. Ze hebben een grotere openheid dan de snelwegen. Er zijn geen objecten meer in de ruimte, maar de ruimte zelf is geschilderd. De formidabele manier van schilderen van Robert Zandvliet komt in deze werken misschien wel het beste tot uitdrukking.
Zandvliet schildert vaak in ei-tempera, die hij zelf maakt, soms gecombineerd met olieverf, dat een diepere kleur geeft. Hij zet zijn schilderijen op in dunne lagen. De verfhuid is vaak transparant, soms bijna lucide en kwetsbaar, en is op zich al een genoegen om naar te kijken. Van de brede kwaststreken waarin kleuren en lagen doorschemeren van de landschappen, maar ook in het in dunne laagjes opgezette wit van de bioscoopschermen spettert de liefde voor het schilderen af.
| |
Literatuur:
Dominic van den Boogerd, ‘Haviksoog’, in HP/De Tijd, 7 februari 1997. |
Cat. Tentoonstelling Dordrechts Museum, 1996, Robert Zandvliet, Dordrecht, 1996. |
C. van Houts, ‘Oh... chocola’, in Het Parool, 2 december 1995. |
M.M.M. Vos, Robert Zandvliet, Amsterdam, 1998. |
De Vleeshal: http://zeelandnet.nl/vleeshal/ |
|
|