Theu Boermans, artistiek leider van de Amsterdamse Trust, kiest na een reeks producties die - mede omwille van de nodige financiële steun - het eigentijdse karakter van zijn gezelschap beoogden aan te tonen, met een vrijwel integrale Hamlet voor klassiek repertoire. Zeker na Boermans' onvergetelijke enscenering van Tjechovs Drie zusters (seizoen 1995-1996) was deze Hamlet, in de prachtige toneelzaal van De Trust aan de Amsterdamse Kloveniersburgwal, een voorstelling om naar uit te zien. Zou de regisseur er opnieuw in slagen een klassieke tekst te ontdoen van het vernis van jaren-, nee eeuwenlange interpretaties en opeengestapelde vervormingen, de taal van het verleden opnieuw verstaanbaarte maken, historie en actualiteit zinvol te verweven?
Met deze Hamlet levert Boermans een productie af die met de tour de force die Tom Lanoye en de Blauwe Maandag compagnie dit seizoen leverden in Ten oorlog stellig kan concurreren om de prijs voor de interessantste Shakespeare sinds jaren, laat dat alvast gezegd zijn. In een overrompelend decor, minder het kasteel te Elseneur dan de sfeervolle lounge van een superchic hotel, speelt Jacob Derwig een prachtig verongelijkte Hamlet, die in zijn kannonades tegen de valse en bezoedelde wereld van de volwassenen vooral zijn eigen jeugdige onvermogen verraadt. Niet alleen Derwig, ook de andere acteurs hanteren een ongewoon transparante speelstijl, waardoor de - door Boermans brutaal bewerkte - tekst beter dan ooit daadwerkelijk verstáán wordt.
Daarmee wordt een sympathieke handreiking gedaan naar het publiek, dat - ook al doordat er soms rechtstreeks op de zaal wordt gespeeld - vanaf het eerste begin meegezogen wordt in een smerige schijnwereld van list en bedrog, een koninklijke soap, die sterk doet denken aan de recente zenuwenoorlog in het Witte Huis, waar ongewenste intimiteiten en gewenste vijandbeelden al evenzeer de toon bepalen. Waarmee meteen gezegd is, dat deze actualisering, de transfer naar het heden, geslaagd kan worden genoemd.
Jacob Derwig (midden) in ‘Hamlet’ door De Trust. Regie: Theu Boerman - Foto R. Mallentjer.
Toch lijkt er iets te ontbreken aan deze niettemin rijk gevulde Hamlet van De Trust, waardoor de voorstelling uiteindelijk niet de onvergetelijke indruk achterlaat van de Drie zusters indertijd. Misschien heeft het te maken met het straffe dictaat dat Boermans kennelijk nodig had om dit ‘eigentijdse’ resultaat tot stand te brengen: de acteurs lijken, in hun haast obsessieve poging de tekst te laten spreken, weinig vrijheid te genieten voor spontane (zins) wendingen en speelse invallen; terwijl de hyperrealistische ‘setting’ aan de verbeeldingskracht van het publiek al evenmin veel ruimte laat. Het perfectionalisme van Theu Boermans leidt hier wel heel sterk tot een bijna filmische voorstelling, met - om het bondig te zeggen - meer nadruk op het effect dan op de emotie.
De Utrechtse Paardenkathedraal maakt met een zeer oorspronkelijke versie van De Wereldverbeteraar van Thomas Bernard in één klap duidelijk dat regisseur Dirk Tanghe, ooit geadoreerd als Vlaams wonderkind, later met meer distantie gadegeslagen, nog altijd het magische talent bezit een meer of minder klassieke tekst - Der Weltverbesserer ging in 1980 bij het Schauspielhaus Bochum in première - verrassend eigentijds vorm te geven. De regies van Tanghe schoten in het verleden weleens door naar opgelegde plaatjesmakerij, hetgeen hem vooral steeds kwalijker werd genomen. In zijn beste regies is de visualisering van het heden er niet met de haren bij gesleept, maar volledig gemotiveerd vanuit de tekst. In het afgelopen seizoen lukte