traditie is dat van meet af aan neerlandici bij de totstandkoming van de vertaling zijn betrokken. Daartoe wordt er gewerkt met vertaal-koppels, waarin een exegeet en een neerlandicus samen in onderling overleg een eerste versie produceren. Die wordt dan voorgelegd aan een ander koppel dat de vertaling van kritisch commentaar voorziet.
Bovendien is er een coördinatieteam dat samen met de projectleider de vertalers aanstuurt. Verder zijn er jaarlijks verschillende seminaries waarin de vertalers over allerlei vertaalproblemen van gedachten wisselen. Ondertussen is het aantal vertaalkoppels uitgebreid tot elf; ze zijn tegelijk met verschillende bijbelboeken aan de slag. Totnogtoe is er gewerkt aan Amos, Haggai, Qohelet (Prediker), Jona, Esther, Ruth, Handelingen, Galaten, Thessalonicenzen, Obadja en Joël, en staan verschillende andere boeken op stapel.
De vertalingen worden becommentarieerd door 55 supervisoren, die evenals de vertalers zijn gekozen op grond van hun bekwaamheid en hun kerkelijke gezindheid. Die spreiding over de verschillende kerkelijke denominaties is uiteraard niet zonder belang; het is immers de bedoeling dat de kerken de vertaling aannemen en gebruiken. Het NBG en de KBS zijn immers lekenorganisaties.
Naast het commentaar van de supervisoren is er ook nog een aparte inbreng vanuit Vlaanderen. Bij het opstarten van het project is namelijk vastgesteld dat in het vertalersteam de Vlamingen flink ondervertegenwoordigd zijn. Dat is een spijtige zaak aangezien de vertaling niet alleen voor Nederland is bedoeld, maar ook voor Vlamingen acceptabel moet zijn. Daarom is er een Vlaams lezerspanel opgericht, waarin een handvol Vlamingen de vertaalproeven kritisch leest en met de Vlaamse taalgevoeligheid alert blijft voor een te Nederlandse (lees: Hollandse) vertaling.
Al die commentaren worden verwerkt en belanden na preadvies bij de begeleidingscommissie, die uiteindelijk in overleg met het coördinatieteam en de vertalers de vertaling fiatteert en voor het NBG en de KBS het project begeleidt.
Het spreekt vanzelf dat met een dergelijke organisatie elke vertaling een lang traject aflegt voor het uiteindelijk wordt geaccepteerd. Binnenkort zal voor een paar vertalingen een proefvertaling beschikbaar zijn, die dan wordt
voorgelegd aan de leden van de verschillende kerken.