H. Hertzberger, basisschool Anne Frank in Papendrecht (1992-94).
Het laatste grote gebouw in deze reeks is het kolossale ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid in
Den Haag dat tussen 1979 en 1990 is gerealiseerd. Het ministerie is te beschouwen als de afsluiting van een lange periode waarin Hertzberger de structuralistische ontwerpmethode heeft toegepast. In deze fase waren in zijn meeste gebouwen betonnen kolommen de maatgevende elementen, van gevels en interieurs.
In de periode dat het ministerie tot stand kwam, tekende zich in het werk van Hertzberger een verandering af die in de jaren negentig heeft geleid tot een vrijere, meer op de grote vorm gerichte aanpak. Voorbeelden daarvan zijn het theatercomplex in Den Haag (1986-1991), de bibliotheek annex muziekschool in Breda (1991-1993) en het kantoor van het Benelux merkenbureau in Den Haag (1990-1993) en het Chassétheater in Breda.
De vrijheid die Hertzberger zichzelf in zijn recente werk heeft gegeven, is in overeenstemming met een van de voornaamste tendensen in de architectuur van de afgelopen tien jaar. Overal in de westerse wereld onttrekken steeds meer gebouwen zich aan de strikte orde van de rechthoekige geometrie. Wie de internationale architectuurtijdschriften van de laatste jaren openslaat ziet vooral golvende, geplooide vormen, onregelmatige volumes, gerende lijnen, (over-)hellende vlakken en scheve hoeken. De opkomst van de computer in het architectonisch ontwerp heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd aan deze ontwikkeling. Niet alleen lijkt de verbeelding van veel ontwerpers hierdoor een nieuwe dimensie te hebben gekregen, maar minstens zo belangrijk is dat de grote rekencapaciteit van de computer ingewikkelde constructies mogelijk maakt.
Kenmerkend voor het recente werk van Hertzberger is de dominantie van