Enforced surrender of conformity,
this unendearing and incongruous task,
keeps one amused in spite of being aghast
and triggers off spectator leniency.
Dubbelzinnig zijn bundel en titel ten slotte nog omdat zij, ondanks het feit dat de tragiek door geest, humor en spot heenbreekt, met een om alles heen geslagen wikkel van ironie ook letterlijk aan de primaire betekenis willen beantwoorden. De bedreigende tijd, die een ‘doodloopbaan’ is, moet, hoe dan ook doorgekomen worden en aan mogelijkheden tot activiteit rest al niet veel meer dan de omzwervingen van de verbeelding:
om 'n limbusgebied oop te woel
waar beelde van vroeër rondspoel
en saamtros om patroontjies te maak
wat die tyd na sy peetjie stuur
dis al waarvoor ek nog deug.
Tydverdryf / Pastime is daardoor als nauwelijks een andere bundel van Eybers (maar dat denk ik bij elk van haar bundels) van een diepe ondeelbare innerlijke eenheid. Elk gedicht heeft met alle andere uit het boek te maken, de verbanden verstrengelen zich door de hele verzameling tot een voortdurend strakker gespannen vlechtwerk van zinspelingen, referenties, aanvullingen, antwoorden en vragen. Deze gedichten een spel? Jawel, ‘Jy strooi 'n handvol woorde op papier en gaan na bed’... Maar bij het ontwaken zal blijken dat elk woord een onontkoombare afspraak heeft met wat de dichteres vrezen, verdragen of vieren moet. Zij is zich ter dege bewust van ‘een klankloze kreet in haar keel’ om alles wat vergaat en sterft, maar een besef van menselijke waardigheid weerhoudt haar die kreet ten gehore te laten komen, en het gebeurt zelden:
die geluid wat my strot binnedring
flits buite bestek van ore,
geen omstander sal dit noteer...
En tot het eens werkelijk gebeurt, blijft zij een sterveling als een ander...
Elisabeth Eybers houdt niet van melodrama. Wie haar werk kent, weet dat en zij verklaart het ten overvloede nadrukkelijk in een slotgedicht. Misschien is het deze wil tot zelfbeheersing, en het vermogen daartoe, die in de context van deze bundel een gedicht dat ik tot besluit in zijn geheel wil aanhalen, zo ontroerend maakt:
Palimpses
Jare van liefhê kom nou goed van pas,
gemeenskap bloei in ongebonden staat,
omdat jy jou herinner hoe dit was
is dit vir die verleden nooit te laat.
Geluk bly altyd binne handbereik,
word niet verwilder deur moedwil van tyd
of skade van verdoeselde verraad.
As dit te voorskyn borrel, dien die res,
die vroeëre, alleen tot palimpses.
elisabeth eybers, Tydverdryf / Pastime, Querido, Amsterdam, 1996, 47 p. |