versiteit van Oxford opgezegd en is met haar kinderen naar Eindhoven verhuisd. Ze heeft een eenvoudig baantje als telefoniste en terroriseert haar kinderen. Haar dochters blijven buiten het vizier van het verhaal, haar zoons speuren dagelijks naar de voor hen onbekende doodsoorzaak van hun vader en rekenen op een uiteenlopende manier af met hun moeder. De familiaire onwetendheid over Stambhs sterven, strekt zich ook over andere terreinen uit. De Qureshi's zijn betrekkelijk ambigu in hun gedrag en voelen zich niet echt bij anderen betrokken. Symptomatisch is een opmerking die vader Stambh tegen zijn dan nog jonge zoontje Nigel maakt: ‘Er is geen eind, er is geen begin; er is in de tijd geen slot of zin’.
Het is diezelfde Nigel die een spilfunctie in de roman vervult. Via de getuigenissen van een vriend ontstaat het beeld van een heftig levende jongen die, trekkend door Europa, met mannen en vrouwen naar bed gaat en niet alleen een spoor van gebroken harten, maar ook van bedrog en teleurstellingen achterlaat. Oorzaak van Nigels houding blijkt de zelfgekozen dood te zijn van zijn jeugdvriendin Debohra Braspenning, die na het gebruik van teveel drank en speed een kanaal in is gereden.
Na haar dood en met de nooit opgehelderde dood van zijn vader in zijn achterhoofd, wordt het voor Nigel (en ook wel voor de anderen) steeds moeilijker om de essentiële waarden van het leven te doorgronden, temeer daar die in een door zoveel culturen bepaalde samenleving allerminst duidelijk omschreven zijn. ‘Onderdeel uitmakend van iets veel groters heeft het (een cd-schijfje met favoriete muziek/d.c.) zich op een dag uit zijn ondergeschikte rol weten te verheffen om aan de wieg te staan van een verlies zo navrant, dat mijn manier van leven er nog steeds door wordt beïnvloed. De ene herinnering na de andere rakelde het op’ (p. 39). De hoofdpersonen volharden in hun fanatieke zoeken, maar in de volle wetenschap dat zij nooit verlicht kunnen worden door wat zij eventueel zullen vinden. ‘En de goden hebben voor mij
Russell Arcus (º1969) - Foto Chris van Houts.
afgedaan. Basta,’ zegt vader Stambh. De zoons spiegelen zich in het glas van prisma's en ringen, maar het leven blijft hen door de vingers glippen.
Dat het debuut van Artus zo overtuigend is, komt, zoals gezegd, vooral door de opzet. In het eerste verhaal voeren zoon Bhav en moeder Jane een dialoog in haar huis in Eindhoven. Bhav lijkt te vertellen over zijn ervaringen met een doodziek meisje in Afrika, maar betrekt steeds gedrevener de gespannen familieverhoudingen in zijn relaas. Het tweede verhaal gaat over de liefde tussen zoon Nigel en Debohra Braspenning. Na haar dood en begrafenis verloedert Nigel en gooit hij regelmatig de favoriete cd van zijn geliefde in het kanaal. Op de cd staat het nummer ‘Joan of Arc’ van Leonard Cohen. Het derde verhaal gaat over de animositeit tussen de zussen Karen en Jane White en hun pogingen om met de succesvolle Indiër Stambh Qureshi te trouwen. Het vierde verhaal wordt verteld door een hoerende homo, die uiteindelijk in Marseille terecht komt in een literaire club van seksueel geperverteerden. Uit zijn getuigenis blijkt dat hij in Sevilla een kortstondige verhouding met Nigel heeft gehad. Pas in het vijfde verhaal vallen alle stukjes van de legpuzzel samen. Vader Stambh vertelt over zijn mislukte leven en zijn tragische einde.
Dat laatste verhaal geeft wel een antwoord op een aantal in de roman opgeworpen feitelijke vragen, maar het laat op een overtuigende manier ook veel open. Dat ruimte laten voor