Op de tragiek van Rosita, op de symboliek van de veranderende roos en het poëtische boeket van al die andere bloemrijke momenten krijgt de terloopse speelstijl van Maten nauwelijks vat.
Recht doen aan de auteur, recht doen aan de tekst: geen productie wellicht die op dat punt recentelijk hogere ogen gooide dan de locatievoorstelling die De Trust creëerde op basis van Tsjechovs Drie zusters. Wie denken mocht dat Tsjechovs drama, na alle interpretaties die er intussen van geweest zijn, min of meer is ‘dood-gespeeld’, ontdekt tot zijn vreugde dat regisseur Theu Boermans en zijn acteurs, juist door hun respectvolle benadering van de tekst, aan het verhaal van de drie officiersdochters uit een saaie Russische provinciestad een nieuwe dimensie wisten toe te voegen.
Waarin precies het geheim van deze ongekunstelde, serene enscenering schuilt, is niet geheel te achterhalen, maar het moet iets te maken hebben met de ervaring van pijn die regisseur en spelers de toeschouwers laten ondergaan. Van de pijn die leven heet en die men weerspiegeld ziet in het vruchteloze streven van die drie vrouwen. ‘Nog even en we zullen weten, waarom we leven, waarom we lijden... Als we dat maar wisten, als we dat maar wisten’, verzucht Olga aan het slot, terwijl ze Masja en Irina omhelst. Dan komen ze akelig dichtbij, die drie zusters uit het tsaristische Rusland, en dan worden ze ook een beetje ónze zusters - juist die herkenning van onze smart levert uiteindelijk een bevrijdende ervaring op. Prachtig. Maar wat is er aan de hand met de regisseur die in interviews met klem laat weten, dat toneel bij voorkeur verontrustend behoort te zijn?
Een tot nu toe voor het Nederlandstalige publiek onbekende vrouw is onlangs aan de stoet van toneelheldinnen toegevoegd. Een vrouw die respect en bewondering afdwingt - om de humor, de onbevangenheid, en niet in de laatste plaats om de moed die haar kenmerkt. Gerrit Timmers, artistiek leider bij het Onafhankelijk Toneel, komt de eer toe deze
‘Dona Rosita’ van Maten - Foto Raymond Mallentier.
hoofdpersoon uit de roman
La Civilisation, ma Mère! van de in Parijs woonachtige Marokaanse schrijver Driss Chraïbi in de Lage Landen geïntroduceerd te hebben. Het portret van deze traditionele Marokkaanse moeder die zich ontwikkelt tot een voorvechtster van de vrouwenemancipatie, is met zoveel liefde en vakmanschap gemaakt, dat het inderdaad een wereldwijde verspreiding verdient.
Onder de titel De beschaving, mijn moeder! maakte regisseur Timmers een in het Frans geschreven theaterbewerking van de genoemde roman - die inmiddels ook in een Nederlandse vertaling is verschenen. Timmers ontdekte het boek toen hij op zoek was naar materiaal voor een voorstelling met Arabisch sprekende acteurs, een initiatief waartoe hij gestimuleerd werd door MED URBS VIE, een cultureel samenwerkingsverband tussen onder meer Casa-blanca en Rotterdam. Uiteindelijk werd de voorstelling dus gespeeld in de moedertaal van de auteur, bij ons met een Nederlandse boventiteling.
Maar het stuk werd ook opgevoerd in Casa-blanca en bleek daar aan te slaan bij een publiek dat met een volstrekt andere instelling het theater bezoekt dan in Nederland het geval is. Ook hier was dat overigens reeds merkbaar: het Marokkaanse publiek in de zaal bepaalde de atmosfeer, door luidkeels geroepen aanmoedigingen, open doekjes bij de vleet, maar ook door momenten van zeldzame stilte. Een verademing voor een publiek dat zijn emoties doorgaans laat stranden op rationele argumenten en terughoudend gefilosofeer na afloop.