Ons Erfdeel. Jaargang 39
(1996)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdCD-opnamen met Vlaamse polyfonieWie op zoek is naar uitstekende uitvoeringen van het onovertroffen repertoire van de renaissancepolyfonie uit de Nederlanden wordt de laatste jaren wel bijzonder verwend. Het lijkt wel alsof men wereldwijd tot het besef is gekomen dat deze muziek inderdaad van een zo hoge en vooral duurzame kwaliteit is, dat zij de tijd en de ruimte waarin zij is ontstaan verre overstijgt. Dit lijkt mij onder meer te verklaren door haar uitzonderlijke klankschoonheid en ook door de prachtige fusie die de componisten wisten te realiseren tussen constructivisme enerzijds en emotionaliteit anderzijds; de toehoorder kan daardoor zowel intellectueel als affectief aan zijn trekken komen. In deze beknopte bijdrage wil ik de aandacht vestigen op een aantal recente opnamen die opnieuw overtuigend aantonen wat een uitzonderlijk internationaal peil de componisten uit onze gewesten tijdens de 15de eeuw en de 16de eeuw hebben bereikt. Vanzelfsprekend was het jaar 1994 een ideale gelegenheid om Orlandus Lassus (ca. 1532-1594) - ‘le plus que devin Orlande’ naar het woord van Pierre de Ronsard - een ereplaats te geven. Tentoonstellingen, concerten en wetenschappelijke colloquia in binnen- en buitenland hebben er ruimschoots toe bijgedragen om, naar aanleiding van de 400ste verjaardag van zijn overlijden, terecht de aandacht te vestigen op zijn uitzonderlijke plaats in de West-Europese muziek. Zijn veelzijdigheid is legendarisch: elk genre uit de vocale muziek, religieus én profaan, in het Latijn, het Frans, het Italiaans én het Duits, heeft hij verrijkt met onvergankelijke meesterwerken. Zijn zwanenzang, de Lagrime di San Pietro, gecomponeerd in het jaar van zijn overlijden en in 1595 postuum uitgegeven, is een absoluut hoogtepunt in de geestelijk geïnspireerde madrigaalkunst van de late 16de eeuw. Weinigen zijn er ooit in geslaagd deze introverte composities, die het best tot hun recht komen in een zuiver vocale, solistische uitvoering, zo meesterlijk te vertolken als het Ensemble Vocal Européen, onder de bezielende leiding van Philippe Herreweghe.Ga naar eind(1) Niet zonder reden kreeg deze opname een bijzondere prijs van de Belgische muziekpers. Het blijft voorlopig een raadsel waarom Lassus' profane madrigalen tot op heden zo zeer werden verwaarloosd. Kwalitatief doen ze zeker niet onder voor die van zijn vele tijdgenoten, die zich met succes op het Italiaanse madrigaal - het meest verfijnde genre van de wereldlijke muziek van die tijd - hebben toegelegd. Vandaar dat de opname van nagenoeg alle madrigalen uit een late bundel uit het jaar 1587 - die de componist opdroeg aan de kunstminnende arts Thomas Mermann - bijzonder welkom is. Martin Zöbeley en zijn vocale solisten zorgen, samen met een ensemble van gamba's en cornetten, voor een voorbeeldige uitvoering in constant wisselende instrumentale en vocale klankkleuren.Ga naar eind(2) Het zijn typische producten van de late Lassus: rijk aan uitdrukkingskracht, maar wars van de experimenten die in Italië hoogtij vierden. Een van de beste ensembles van het ogenblik, Cantus Cölln, geleid door de luitspeler Konrad Junghänel, brengt een uitstekende uit- | |
[pagina 292]
| |
voering van een heel bijzonder jeugdwerk van Lassus: de Prophetiae Sibyllarum, twaalf neolatijnse profetieën van de Sibyllen die de geboorte van het Kind uit de Maagd voorspellen.Ga naar eind(3) Hij componeerde het tijdens de eerste jaren van zijn verblijf aan het Beierse hof in München, waar hij in september 1556 als tenorzanger was aangeworven. Deze wonderlijke teksten geeft Lassus een al even uitzonderlijke verklanking door de extreem chromatische schrijftrant, waarbij hij zich hier dan wel laat verleiden tot een experiment dat naar Italië verwijst. Hij had er tien jaar lang verbleven (1544-1554) en ongetwijfeld was hij er in aanraking gekomen met de nieuwste tendensen, die onder meer gepropageerd werden door zijn landgenoot Cypriano de RoreGa naar eind(4), een leerling van Adriaan Willaert in Venetië. In Venetië verschenen overigens vanaf 1555 Lassus' madrigalen. Uit deze vroege productie, waarbij vooral de keuze van teksten van Petrarca op valt, brengt Junghänel als aanvulling op de Prophetiae een interessante selectie, die verder wordt verrijkt met enkele prachtige Franse chansons onder meer op teksten van Pierre de Ronsard. De schitterende poëzie krijgt een ideaal verlengstuk in deze parels van polyfone kunst. Van Lassus', missen, die al te zelden worden vertolkt, verschenen twee boeiende voorbeelden (de Missa Entre vous filles en de Missa Susanne un jour, beide gebaseerd op een Frans chanson van Lassus zelf), op het label Naxos, uitgevoerd door de Oxford Camerata onder leiding van Jeremy Summerly.Ga naar eind(5) Naxos verdient een speciale vermelding, omdat het voor een prijs die ver beneden het gemiddelde ligt geregeld opnamen brengt van weinig gehoorde composities. Zelden uitgevoerd zijn bovendien de vele instrumentale bewerkingen die in de late 16de en de vroege 17de eeuw werden gemaakt van de werken van Lassus en waarmee zijn tijdgenoten hulde wilden brengen aan een voorbeeld dat zij bewonderden. Deze arrangementen voor een klavierinstrument (zoals door de Engelse virginalist Peter Philips) of voor blazers (zoals van de Italiaan Giovanni Bassano) zijn bovendien uitingen van de briljante virtuositeit waarover de instrumentisten toentertijd geacht werden te beschikken. Zonder voorbehoud beveel ik de opname aan van het ensemble La Fenice, met cornet, blokfluit, tripelharp, luit, klavecimbel en orgel - met de geslaagde medewerking van de bas François Fauche - dat acht hoogstaande bewerkingen van composities van Lassus brengt (en van zijn Italiaanse tijdgenoot Palestrina).Ga naar eind(6) Generatiegenoten van Lassus waren Philippus de Monte (1521-1603), kapelmeester aan het hof van de Habsburgse keizer in Wenen en Praag, Jean de Castro (ca. 1540-ca. 1600), die een tijdlang kapelmeester was in Düsseldorf en die verder onder meer in Keulen verbleef, en François Regnard, die in Doornik actief was. De Monte is vooral bekend als componist van Italiaanse madrigalen (al zijn de opnamen schaars!); de veelzijdige Jean de Castro, auteur van Latijnse motetten, Franse chansons en Italiaanse madrigalen, is nog een volslagen onbekende, evenals François Regnard, die een vrij beperkt maar erg waardevol oeuvre naliet. Alle drie schreven zij in de jaren zeventig van de 16de eeuw een bundel chansons op teksten van Pierre de Ronsard, die toen bij de componisten van Franse chansons een uitzonderlijke populariteit genoot. Bijzonder welkom is dan ook de opname van een aantal van die Ronsard-chansons door het ensemble Clément Janequin, dat zich in dit repertoire heeft gespecialiseerd.Ga naar eind(7) Deze cd is ongetwijfeld een essentiële bijdrage voor de herwaardering van onder meer Jean de Castro, van wie de opera omnia onder onze leiding worden uitgegeven door Leuven University Press Leuven. Tot slot vermeld ik nog twee opnamen van polyfonie uit de 15de eeuw. In de eerste plaats de Missa Ecce ancilla Domini, een laat werk van Guillaume Dufay (ca. 1400-1473), waarvan de polyfone ordinariumdelen worden afgewisseld met meerstemmige zettingen van het proprium. Die laatste zijn anoniem overgeleverd, maar volgens sommigen zouden ze wel eens van Dufay kunnen zijn. Op deze cd wordt een geslaagde reconstructie gebracht van een Latijnse misviering met polyfonie in de late 15de eeuw aan de kathedraal van Kamerijk, de stad waar Dufay op het einde van zijn leven verbleef en waar hij overleed. Het ensemble Gilles Binchois zorgt voor een degelijke vertolking.Ga naar eind(8) Vermeldenswaard is ook de opname van de Missa Mi-mi van Johannes Ockeghem (ca. 1410-1497), de onvolprezen 15de-eeuwse grootmeester die veertig jaar lang het Franse koningshuis diende. Deze briljant geschreven compositie wordt op deze cd omkaderd door twee van zijn beroemde Mariamotetten (Salve | |
[pagina 293]
| |
regina en Alma redemptoris mater). Al dit moois wordt nog verrijkt met religieuze werken van Jacob Obrecht (1457/58-1505), Antoine Busnois († 1492) en Heinrich Isaac (ca. 1450-1517). Een nog relatief jong maar beloftevol ensemble, The Clerk's Group, onder leiding van Edward Wickham, voert deze muziek met overtuiging uit.Ga naar eind(9) Wie uit is op discografische verrassingen zal in deze selectie ongetwijfeld zijn gading vinden. Voor wie het repertoire met de beste muziek van eigen bodem nog niet kent, wordt met deze opnamen een uitstekende basis voor verdere exploratie geboden. Terloops signaleer ik even dat ook de drie laatste cd's verschenen uit de reeks van tien uitgegeven door Davidsfonds Eufoda. Samen met het begeleidende boek De Vlaamse polyfonie zijn zij bedoeld als algemene introductie tot de Vlaamse polyfonie uit de Renaissance.Ga naar eind(10)
Ignace Bossuyt |
|