Muziek
Luciano Berio in Rotterdam
Nog zo'n grootmeester uit die verdoemde seriële epoche, zij het dat Berio meer dan Stockhausen en Boulez de tijdsgeest van de latere jaren (postmodern componeren in citaatcollage-stijl) incorporeerde. Wat minder bekend is: in zijn meest gespeelde orkestwerk, de Sinfonia, zijn wel degelijk nog seriële ritmereeksen verwerkt. De Rotterdamse Kunststichting had echter vooral het accent willen plaatsen op de kamermuziek en wel op zijn inmiddels 13 Sequenza's voor steeds weer een ander instrument. Vandaar de naam voor het Berio-festival: ‘ConSequenze’. Bleef Boulez enigszins verscholen voor Nederland, Berio heeft een uitgesproken band met Nederland en zeker ook met Rotterdam.
De Italiaanse maestro vierde zijn zeventigste verjaardag, hield masterclasses en dirigeerde het Rotterdams Philharmonisch Orkest in de afsluitende ‘Nacht van Berio’ onder meer in Chemins V. De ontstaansgeschiedenis is karakteriserend voor het ‘work in progress’-idee. Eerst was er een Chemins V voor klarinet en digitaal systeem, ontwikkeld in de IRCAM-studio van Boulez. Uit deze vorm destilleerde hij vervolgens Sequenza XI voor gitaar en ten slotte ontstond de nieuwe Chemins V gebaseerd op die Sequenza. Bij Berio betekent een work in progress dat een geheel nieuw werk ontstaat, bij de zeer vele work in progress-versies van Boulez, dat hij het oude materiaal beter wil laten uitkomen; met zijn steeds grotere ervaring als dirigent wéét hij ook steeds effectiever met de middelen te woekeren. (Zie Maarten Brandts net verschenen boek Wegen naar Boulez).
Een juweeltje vond ik Berio's nieuwe Sequenza voor accordeon, een ontroerend me-