Ons Erfdeel. Jaargang 39
(1996)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 289]
| |
van P.A.R.T.S., Performing Arts Research and Training Studios. Deze school voor hedendaagse dans ging onder de leiding van de internationaal bekende Vlaamse choreografe Anne Teresa de Keersmaeker van start in september 1995 in Brussel. De studenten zijn dansers en choreografen, die na een opleiding van drie jaar als actief creërende kunstenaars hun eigen weg moeten vinden. De school is ondergebracht in vrijgekomen bedrijfsgebouwen aan de Van Volxemlaan in Vorst-Brussel, waar ook De Keersmaekers dansgezelschap Rosas zijn thuishaven heeft. Het complex werd aangekocht door de speciaal daartoe opgerichte N.V. De Nieuwe Werkhuizen. Een oude beuk op het grasplein voor het hoofdgebouw behoort tot de mooiste bomen in de hoofdstedelijke agglomeratie. Het uitgangspunt, de ambitie en de geest van P.A.R.T.S. liggen samengebald in een uitspraak van Anne Teresa de Keersmaeker: ‘Iemand leren dansen kan ik niet. Dansen leert men zichzelf. Maar misschien kan ik een verlangen meegeven, een ervaring, een ruimte scheppen voor uitdagingen’. De opzet vertoont enige verwantschap met Mudra, de school van Maurice Béjart, die na zijn vertrek uit Brussel in 1989 gesloten werd en waar De Keersmaeker zelf haar opleiding genoot. Niet dat P.A.R.T.S. de voortzetting of een nabootsing van Mudra zou zijn, maar in beide instituten ademt of ademde de ziel van een creërend artiest. ‘Zoals Mudra gemaakt was door en op de maat van Béjart’, zegt Theo van Rompay, algemeen coördinator, ‘zo wordt P.A.R.T.S. gemaakt door en op maat van Anne Teresa de Keersmaeker’. In die zin gaat het ook om een artistiek project. Overigens vult P.A.R.T.S. een leemte aan: buiten het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogiek van choreograaf Aimé de Lignière in Lier bestaat er in België geen school voor hogere dansopleiding. Sinds de jaren tachtig kent dit land evenwel een ware opleving van de hedendaagse danskunst, met een hele rist choreografen die ook buiten de lands‘De Nieuwe Werkhuizen’, waar P.A.R.T.S. is ondergebracht.
grenzen naam hebben gemaakt. Mede opdat deze beweging zich verder zou kunnen ontwikkelen, namen Rosas en de Munt, de Nationale Opera waar Rosas mee verbonden is, het initiatief voor P.A.R.T.S. Voorzitter van het bestuur is Bernard Foccroulle, directeur van de Munt. De school biedt een programma aan dat op de eisen van de hedendaagse danskunst is afgestemd. Training is daarbij de hoeksteen. Docenten die zelf balletdanser zijn geweest en die bovendien ervaring hebben in het lesgeven aan hedendaagse dansers, zoals Christine Anthony, Simon de Mowbray, Janet Panette en Jorge Salavisa, leiden de dagelijkse oefeningen in klassieke dans. Die moet een danser onder de knie hebben, wil hij zijn eigen positie in de actuele dans kunnen bepalen. Technieken die daarvoor dan belangrijk zijn, worden in workshops van twee à drie weken ingestudeerd. Vooraanstaande figuren als Trisha Brown (USA), Pina Bausch (Tanztheater Wupperthal) en William Forsythe (Ballett Frankfurt) gaven advies voor de uitbouw van het programma. Naast Anne Teresa de Keersmaeker en (ex-)-dansers van Rosas behoren medewerkers van dit drietal, onder wie Lance Gries, Dominique Duszynski en Elizabeth Corbett, tot de docenten die vanuit hun eigen praktijk bouwstenen aanbrengen. Voorts leert Siti Fauziah met Tai Chi hoe traagheid in de beweging de helende kracht van het lichaam bevordert. Bij P.A.R.T.S. wordt dans gezien in het brede perspectief van de podiumkunsten en gaat | |
[pagina 290]
| |
veel aandacht naar de muziek en de recente ontwikkelingen van het toneel, zoals dat in het werk van Anne Teresa de Keersmaeker ook het geval is. Dirigent Georges Elie Octors, muzikaal adviseur van Rosas, Thierry de Mey, componist en percussionist, Lucy Grauman, zangeres, en Fernand Schirren, percussionist bij Béjart en ritmeleraar aan Mudra, introduceren de studenten in de kennis van de muziek, die voor de danskunst onontbeerlijk is. In de theaterworkshops leren de regisseurs Jan Ritsema en Thierry Salmon en de acteur Frank Vercruyssen de studenten hoe om te gaan met teksten. Behalve de dagelijkse training en de workshops omvat het opleidingsprogramma nog een brok theoretische vorming. ‘Wil de student ooit als kunstenaar actief zijn, wil hij méér zijn dan een uitvoerder van andermans ideeën, dan moet het denken evenzeer getraind worden als het lichaam’, zo heet het. Aan reflectie wordt daarom bijzonder belang gehecht. De trainingen in dans, muziek en theater gaan er nadrukkelijk mee gepaard. In de theoretische lessen worden inzichten en attitudes aangereikt die het nadenken stimuleren. Meer dan encyclopedische kennis delen de leraren hier hun eigen visie en invalshoek mee. Daarom werden persoonlijkheden met veelzijdige talenten en culturele bagage aangetrokken: Eric de Kuyper, Rudi Laermans, Dirk Lauwaert, Marianne van Kerkhoven, Bart Verschaffel - om alleen de Vlamingen te noemen. In het geheel van de cyclus die over drie jaar ligt gespreid, neemt het dansonderricht ruim de helft van de tijd in beslag. De rest is verdeeld over het muziekonderwijs, de theatertraining en de academische vakken. De cyclus vormt één geheel; men kan niet in het tweede of het derde jaar instappen. Na de cyclus is een post-graduaat met meer individuele vervolmaking mogelijk. P.A.R.T.S., als school, is ook een artistiek project. Het spruit voort uit een artistieke praktijk, die van Rosas namelijk, en wordt gerealiseerd in contact met die praktijk, zonder een kweekschool voor Rosas te zijn. Het deelt de artistieke uitgangspunten van De Munt en Rosas en is de pedagogische neerslag van de ervaringen van Anne Teresa de Keersmaeker en Rosas, van haar methoden en technieken, inzichten en attitudes. Het geheel is erop gericht dat de studenten na drie jaar niet alleen ‘iets geleerd’ zouden hebben, maar dat er een klimaat geschapen wordt en een achtergrond, waarin zij hun talent kunnen ontwikkelen, hun eigen taal vinden, zichzelf uitdrukken. Wat P.A.R.T.S. in deze werkhuizen wil vormen, zijn denkende dansers.
Jef de Roeck |
|