Van Vlijmens Inferno
Voor een groot koor-ensemble had Jan van Vlijmen nog niet eerder iets gecomponeerd, afgezien van een enkel fragment in het laatste deel van Quaterni en een stukje in de opera Un malheureux vêtu de noir. Maar na drie jaar arbeid aan een opdracht van het Nederlands Kamerkoor naar fragmenten uit Dantes Divina Commedia was het dan zo ver: een indrukwekkende compositie uit Inferno voor drie vocale en vier instrumentale groepen. Het opsplitsen van het symfonie-orkest in kleinere heterogene groepen verwees naar de jaren zestig. Een procedé waar met name Stockhausen in excelleerde. En nog vrij recentelijk - in het Pianoconcert, in 1991 uitgevoerd eveneens in de VARA-matinee - betaalde hij tol aan de ideeën van Stockhausen door de structuur van diens Momente als voorbeeld te nemen.
Jan van Vlijmen (o1935).
De melancholieke toon (met name in het koor) is opmerkelijker dan de agressieve (met name te vinden in de orkestgroepen). Schoonheid overwint, maar het is gelukkig niet de vrijblijvende schoonheid van het New Agetijdperk, zoals die in zoveel partituren de overhand neemt!
De opsplitsingen dienen, naast een garantie voor verfijnde kleurmogelijkheden, voor antifonale effecten. De partituur geeft zaalopstellingen aan, waarbij koor- en instrumentengroepen om het publiek heen geplaatst zijn, maar net als bij zijn eerste groepencompositie midden jaren zestig (Gruppi per orchestra) kregen we een ‘platte’ uitvoering voorgezet. Maar ook die maakte zeer veel indruk en met name naar het slot toe wordt de muziek steeds spannender en donkerder, met wringend-stroeve rustpauzes. Inferno is streng - ook streng gestructureerd qua getalsverhoudingen -, maar zeker niet star.
Ernst Vermeulen