aandacht besteed aan het ‘Europees transport na de chunnel’. In deze aflevering zijn artikelen opgenomen over o.a. de economische en technische aspecten van dit enorme project en over de gevolgen voor Calais, Kent en de West-hoek. De tweede bijlage, gepubliceerd op 19 mei 1994, gaat volledig over Zuidwest-Vlaanderen. In verschillende artikelen wordt ook de vergelijking gemaakt met de regio Nord-Pas-de-Calais. Men wijst erop dat beide regio's in grote mate complementair zijn, zowel in hun sterke sectoren (voeding, textiel en metaalverwerking), als in de sector 782 waar nog grote inspanningen moeten worden geleverd: de dienstverlening. Verder komt ook het Europees grensoverschrijdend project INTERREG ter sprake en peilt men naar de mogelijkheden voor de Vlaamse bedrijven in Rijsel.
Men neemt algemeen aan dat Rijsel door de komst van de HST-trein een grote toekomst zal kennen. Het stadsbestuur wil duidelijk de concurrentie met Parijs en Brussel aangaan. In de stad is men met heel wat infrastruurwerken bezig. Op 3 juni 1994 werd onder grote mediabelangstelling ‘Lille Grand Palais’ geopend: een enorm complex met drie concertzalen, twaalf vergaderzalen, parkeerruimten en een tentoonstellingsruimte van meer dan 18.000 m2. Men schat de kostprijs van het hele project, waar nog druk aan wordt gewerkt, op 410 miljoen FF (2,46 miljard BEF of 123 miljoen gulden). Dit unieke project, dat in de buurt van Euralille is gelegen, werd ontworpen door de Nederlandse architect Rem Koolhaas en de Noordfranse architect François Delhay.
Ook culturele aspecten kwamen bij deze stroom aan informatie over Noord-Frankrijk aan de orde. In het Eindhovens Dagblad van 14 mei 1994 gaat Patrick Wierickx samen met de voorzitter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, Cyriel Moeyaert, op zoek naar ‘de vergeten Nederlanden’. De journalist van het
Eindhovens Dagblad wijst op de voorzichtige opleving van de Nederlandse cultuur in Noord-Frankrijk. Ook de Volkskrant van 7 juni 1994 publiceert een artikel over de plaats voor het Nederlands in Noord-Frankrijk en de belangstelling ervoor. Hier wordt o.a. aandacht besteed aan de lessen Nederlands op de basisscholen van Zuid-Wervik (Wervicq-Sud) en Belle (Bailleul). De journalist van de Volkskrant, Damaris Beems, sprak o.a. met burgemeester J. Delobel van Belle, met Luc Verbeke, algemeen-secretaris van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, en met Ruud Halink van de Talenacademie in Maastricht, die al jaren werkt aan de projecten in Belle en Zuid-Wervik (Wervicq-Sud). Dat ook de V.V.O.B. (Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingshulp en Technische Bijstand) deze projecten al vele jaren ondersteunt, werd helaas niet vermeld. Ten slotte houdt Gerrit Overdijkink in Het Parool van 10 september 1994 nog een warm pleidooi voor een bezoek aan Rijsel, dat hij ‘een van de meest ondergewaardeerde steden van Europa’ noemt.
De groeiende belangstelling voor Noord-Frankrijk heeft op de eerste plaats economische redenen, maar de interesse voor de Nederlandse cultuur neemt er ook duidelijk toe. En dat is tweemaal een goede zaak.
Dirk van Assche