Knelpunten
De structuren van de Benelux zijn het spiegelbeeld van die van de Nederlandse Taalunie, het in 1980 gesloten verdrag voor Nederlands-Vlaamse samenwerking op het gebied van taal en letteren.
Evenals bij de Taalunie is het zwakke punt bij de Benelux het Comité van Ministers. De Beneluxministers zijn maar matig geïnteresseerd, melden zich afwezig op vergaderingen van de Interparlementaire Raad en engageren zich niet.
Net als bij de Taalunie levert de interparlementaire vergadering van de Benelux constructief werk. Meer nog dan bij de Taalunie, waar de rol van het secretariaat na recente herstructureringen werd afgezwakt, is het Beneluxsecretariaat actief en deskundig.
Al vanaf het ontstaan van de Benelux wordt de vraag gesteld of er geen overlapping is met de EG, nu EU. Het luidt steevast, dat de Beneluxlanden verder willen gaan en sneller tot integratie willen komen dan in EU-verband mogelijk lijkt. Ook voor de toekomst lijkt dit argument stand te houden: straks telt de nu al logge Europese Unie zestien lidstaten.
De Benelux heeft in de loop der jaren inderdaad een laboratoriumfunctie vervuld. Zo werd op 1 juli 1984 het Enig Document (‘Opgave Benelux 50’) ingevoerd, dat de talloze formulieren vervangt die nodig waren om goederen over de grens te brengen. Pas op 1 januari 1988 kwam ook voor de EG een Enig Document tot stand, dat bovendien omslachtiger blijft dan het Benelux-voorbeeld.
Met het Akkoord van Schengen (1985) besloten de Beneluxlanden, Frankrijk en Duitsland de personencontroles aan de binnengrenzen af te schaffen. Italië (1990), Spanje en Portugal (1991), en Griekenland (1992) sloten zich eveneens aan bij Schengen, en per 1 januari 1995 komt ook Oostenrijk erbij.
Ook hier volgden andere Europese landen dus het voorbeeld van de Benelux, waar het vrije verkeer van personen al langer een feit was.
De rol van gangmaker speelde de Benelux ook door de Benelux-overeenkomst inzake de