Internationale Gaudeamus Muziekweek 1994
Dit jaar selecteerde de jury (Luc Ferrari, Magnus Lindberg en Gilius van Bergeijk) 21 componisten uit een aanbod van 307 werken uit 38 landen voor de Gaudeamus Prijs. Een tweede jury voegde daar nog eens 13 werken aan toe, en zo klonken er begin september 1994 in Amsterdam op 8 concerten in de IJsbreker, Beurs van Berlage, Posthoornkerk en Stedelijk Museum uiteindelijk 34 composities van 33 jonge componisten. Tot zover de statistiek.
Interessant was, dat dit jaar de verscheidenheid groot was, er werd minder gelet op niveau en briljant vakmanschap, dan op authenticiteit en avontuur. Zo ontstonden er pieken maar ook wel wat dalen, immers een uitgangspunt niet zonder risico's!
Consequent was dan ook dat een wat onhandig, maar avontuurlijk werk de Gaudeamus Prijs verwierf: (A) Penny o' (FA) voor tien musici van de 29-jarige Engelsman Richard Ayres. De eveneens 29-jarige Italiaan Pietro Borradori verwierf een eervolle vermelding voor zijn orkestwerk Pan. Opvallend was voorts, dat de decoratieve Italiaanse partituren dit jaar een minder grote rol speelden. Zo componeerde Luca Macchi een Ombre nell'acqua dat in zijn titel leek te verwijzen naar elegante fraaidoenerij, maar onverwachts heftig in bruïtistische Varèse-stijl uitpakte. Paul Newland overtrof hem verre in Some like horrorshow music, weliswaar een sextet, maar qua dynamiek klinkend als een Mahler-orkest, één gruwelkabinet aan geluiden, maar wel degelijk gedifferentieerd, - kortom: de Engelse componisten wonnen het van de Italianen.
Op het gebied van de esthetiek was Naoko Hishinuma's No-Waki voor zes celli en vibrafoon hors concours: welluidender klanken kun je je niet voorstellen, en ook dát hoort tot de avantgarde van de jaren negentig!
Prachtig in evenwicht qua esthetiek en onvoorspelbare avantgarde klonk Richard Rijnvos' Stanza voor orgelpositief en acht instrumenten, horig aan de Cage-traditie, meditatief van sfeer, voornamelijk gedragen door het orgel, dat als het ware door de overige instrumenten ingekleurd wordt.
En dat welluidendheid anno 1994 niet langer meer taboe is, toonde ook een zeldzaam fraai koorwerk van David del Puerto aan, prijswinnaar van vorig jaar. Vooral de donkere stemmen zijn in zijn Vision Del Errante zeldzaam visionair behandeld, het herinnerde enigszins aan een oude, Renaissancistisch-Spaanse traditie, die van mystieke meesters als Da Victoria. Het had zo in het Festival Oude Muziek kunnen worden uitgevoerd!
Ernst Vermeulen