Muziek
Holland Festival Oude Muziek Utrecht 1994
John Cleese, die boomlange Engelse filmkomiek, is vooral bekend geworden van de tv-sketch The Department of silly walks: snel wandelen met gestrekte benen en andere komische stappen. Daar herinnert Utrecht aan, ten tijde van het festival voor oude muziek, waarin grote groepen liefhebbers met het dikke festivalboek in de hand zich razendsnel doch beschaafd spoedden van de ene kerk naar de andere, de gehele dag zijn er concerten van één uur en die lopen allemaal uit door de onvermijdelijke toegiften.
Silly walks waren ook aan de orde op de eerste manifestatie in de Utrechtse Paardenkathedraal, een voormalige manege voor de paarden van de veerartsenij-studenten, een sprookjesachtige ruimte met een hoog Engels hammer beam gewelf van paarden, voorgesteld als goddelijke dieren. Daarin voerde een Zweeds-Pools gezelschap een marionetten-opera van Jacopo Melani (Il Girello, 1668) uit, waarin de poppen de meest kostelijke Cleese-achtige bewegingen maakten, spatgelijk met de Pergelosi-achtige kostelijke muziek. Het Wasa Marionettoperaensemble concentreert zich geheel op één periode (2e helft 17e eeuw), één gebied (Italië) en één persoon (Filippo Acciajuoli, librettist van Il Girello, tevens machine-bouwer en impressario). Opeens realiseerde je, dat de meeste muziek op zo'n gespecialiseerd festival gebruiksmuziek is, vroeger bestond het fenomeen van het ‘luisterconcert’ niet of nauwelijks, muziek betrof een activiteit, niet een passief aanstaren van enige zwartgerokte dames en heren zoals dat thans het geval is. Muziek maakte deel uit van een geheel. Vandaar dat ik reikhalzend uitzag naar een happening als de reconstructie van het muzikale (en culinaire) gebeuren rond de bruiloft van Willem V van Beieren en Renata van Lotharingen, in het kader van het belangrijkste thema van het festival: de muziek van Orlando di Lasso, de 400 jaar geleden gestorven Vlaamse cosmopoliet. Een componist die zich met het grootste gemak uitdrukte in welke taal en in welk genre dan ook. In een bundeling van krachten (Concerto Palatino, The King's Noyse en Ensemble Currende, het geheel geleid door Erik van Nevel) klonken de diverse staatsmotetten in oorverblindende majesteitelijke pracht. Onbegrijpelijk, dat als je meer dan 3000 werken schrijft, je zo'n niveau kunt handhaven!
Nog indrukwekkender zo mogelijk was het optreden van Concerto Italiano onder Rinaldo Alessandrini in Lasso's zwanezang Lagrime di San Pietro. Er zijn ongetwijfeld groepen die de polyfonie helderder weten open te leggen, maar ik betwijfel of die er zijn met zo'n overtuigende tekstdeclamatie.
Het Huelgas Ensemble van Paul van Nevel wijdde zich aan Lasso's Lamentationes Hieremiae Prophetae (in een originele kringvormige opstelling) met een perfecte mix van polyfonie en tekstuitdrukking, - en zo spoedde men zich in gestrekte draf van het ene hoogtepunt naar het andere, niets wilde men missen! Spectaculair was de openluchtmuziek uit de Grand Siècle, dat de thema's ‘Franse barok’ en ‘vroege dubbelrietinstrumenten door de eeuwen’ verbond met zo'n 80-tal musici in Händel's Music for the Royal Fireworks (compleet met vuurwerk), voorafgegaan door een ‘Départ en