Leonce en Lena is een sprookje tussen aanhalingstekens. Het verhaal van de prins en de prinses die een gedwongen huwelijk ontvluchten en elkaar juist dán toevallig in de armen lopen, vormt de plot. Maar aan dit romantische gegeven verleent Büchner een boosaardige draai, en Simons heeft op zijn beurt goed begrepen welke kant het op moet. De voor het blijspel noodzakelijk geachte ingrediënten tempo en timing worden door hem genegeerd en met zijn spelers kiest hij voor een provocerende, soms irritante traagheid. In de opgeroepen wijdlopigheid, die overigens wonderwel past bij de lethargische sfeer aan het hof van koning Peter, ontstaat de gewenste afstand tot de tekst. En juist daardoor krijgt het satirische element volop ruimte. Kennelijk wil Simons bestaande conventies verlaten en een vorm verkennen die niet voor de hand ligt: dat maakt de voorstelling bijzonder en ja, in zekere mate vernieuwend.
Joko van de Blauwe Maandag Compagnie uit Gent, geregisseerd door Luk Perceval, is gebaseerd op het boek en het toneelstuk Joko viert zijn verjaardag van Roland Topor. De Blauwe Maandag Compagnie probeert Topors absurdisme uit de jaren zestig nieuw leven in te blazen. Daar slaagt het gezelschap maar ten dele in. Er wordt met water gekliederd, geschreeuwd en met stoelen gegooid dat het een lust is. Niet wij moeten worden bevrijd van onze absurd burgerlijke vooroordelen, maar de acteurs van hun remmingen.
Joko is een aaneenschakeling van droombeelden, fantasieën en nachtmerries. Een groot aantal is sterk erotisch, een paar zijn enigszins gewelddadig. Een lijn is hoogstens te ontdekken in de regelmatige terugkeer van bepaalde karakters of beelden. De voorstelling levert een aantal grappige momenten op maar het geheel is onbevredigend. Het mist continuïteit,
Paul Luppens als Valeiro (links) en Jeroen Willems als Leonce (rechts) in ‘Leonce en Lena door Theatergroep Hollandia - foto Ban van Duin.
controle en stijl. In zijn aanpak reist de Blauwe Maandag Compagnie terug in de tijd; door de uitbundige en ongecontroleerde speelstijl zou de voorstelling begin jaren zeventig zeker als experimenteel zijn beschouwd.
Indrukwekkend was Een vijand van het volk van het Theater van het Oosten, geregisseerd door Laurens Spoor. Zeker, Ibsens oorspronkelijke toneelstuk is op zichzelf al meeslepend; misschien ook heeft bewerker Arthur Miller het stuk verhevigd door het te ontdoen van al zijn negentiende-eeuwse omslachtigheid; de zeer gestileerde speelstijl van het Theater van het Oosten versterkt in ieder geval de beklemming van een kleinsteeds milieu-politiek en sociaal-maatschappelijk drama.
Ibsen geeft in Een vijand van het volk glashelder een serie mogelijke beweegredenen van een redelijk gevestigde dokter in een provinciestad om zich tegen de gevestigde orde en de massa te keren: de dokter is tegendraads, intel-