Stekelige stukjes geschiedenis
Geschiedenis, er komt steeds meer van. De digitale geheugenmachinerieën rijzen de hersenpan uit. De Global Village lijkt een feit, en wereldwijd rondzingende databanken bereiken binnenkort iedere huiskamer. De overvloed aan informatie maakt de hedendaagse mens gefrustreerd, machteloos en moe. Wie wil dan nog weten wie Willem de Zwijger was? Of Jacob van Heemskerck?
Dit soort cultuurpessimisme heeft, denk ik, H.H. ter Balkt aangezet tot het schrijven van zijn Laaglandse hymnen. In maar liefst zeventig lofzangen tracht Ter Balkt partjes, fragmenten van de geschiedenis der lage landen te bewaren voor het elektronisch riool. Magusanus, Marcus Ulpius Heracles, Nottker de stotteraar, u kent ze wel, Moenen met het ene oog, Evert Zoudenbalch, Anthonis de Roovere, een verdwaalde Azteek, Fenriswolf en ga zo maar door, tot aan het Behouden Huis op Nova Zembla, het wordt in Laaglandse hymnen allemaal bewaard.
Ter Balkt begint zijn geschiedschrijving in het stenen tijdperk, met opgravingen, grafheuvels en vuistbijlen, maar meteen kijkt hij ook ver vooruit:
Soms zag een kiespijnlijder of visionair tegen
de hazevellenhemel metropolen geprojecteerd;
neon; en op de urnenvelden drupte zijn lach.
Dit heen en weer schieten door de geschiedenis gebeurt in
Laaglandse hymnen maar al te vaak; in het jaar 1000 hangt de muziek van de Dead Kennedy's (hedendaagse lawaaigroep) reeds letterlijk in de lucht, en de slag bij Heiligerlee (23 mei 1568) blikt al vooruit naar 1993
H.H. ter Balkt (o1938) - Foto Chris van Houts.
A.D., het tijdperk van ‘Doofpottenland’. Het zal duidelijk zijn dat Ter Balkt met het heden weinig op heeft.
In Heiligerlee begon de Tachtigjarige Oorlog, door Ter Balkt de Nederlandse Vrijheidsoorlog genoemd. Vrijheidsdrang is misschien wel de rode draad die door de Laaglandse hymnen loopt. Voortdurend, soms expliciet, soms slechts terzijde, klinkt in Ter Balkts geschiedschrijving het verzet tegen elke vorm van totalitarisme. Aan de voor Nederland belangrijkste totalitaire denker, Calvijn, wijdt Ter Balkt dan ook drie gedichten. En als tegenhanger van Calvijn schildert hij ook Willem de Zwijger in een drietal gedichten, vooral als brasser en anarchist: ‘Paardrijder; reiziger; vrijgesteld van / belasting. Regeren was voor koning en/ adel, op zijn tweede bruiloft 15000 gas-/ ten; donsveertjes en liefde, de nachten/ dat de kaarsvlam niet onderging.’
Maar ondanks de niet aflatende strijd tussen totalitarisme en vrijheidsdrang, geeft Laaglandse hymnen geen totaalvisie op de geschiedenis van de lage landen. Dat zou ook in strijd zijn met Ter Balkts eigen vrijheidsdrang, zijn eigen stijl. Laaglandse hymnen blijft een vrij onwillekeurige, bonte verzameling van momentopnamen. Wie kwaad wil kan zich afvragen of Ter Balkt niet gewoon een nieuwe databank heeft aangelegd. Maar zo simpel is het niet.