Nieuw artistiek initiatief
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad voordat dit nieuwe festival gestalte kreeg. In 1991 nam Frie Leysen afscheid van het internationaal kunstencentrum deSingel in Antwerpen, waarvan zij tien jaar directeur was geweest. Zij was aan een sabbatjaar toe. Lang duurde dat niet. Zij vatte het idee op dat Brussel, als hoofdstad van Vlaanderen, van België en van Europa, een internationaal festival moest krijgen.
Was daar wel behoefte aan? Frie Leysen en Guido Minne, die tot 1992 directeur van het Vlaams Theater Instituut was en daarna adjunct-directeur van het festival werd, stelden deze vraag ook zelf. Volgens hen was er ‘nood aan nieuwe artistieke initiatieven van formaat in Brussel.’ Er gingen stemmen op, die betwijfelden of een festival wel de juiste vorm was voor zo'n initiatief, anderen vonden de kans van slagen van samenwerking tussen Franstaligen en Vlamingen utopisch of vreesden dat de overheid met één hand aan het festival subsidies zou verlenen en die vervolgens met de andere hand van de bestaande gezelschappen en instellingen zou afnemen.
Aangezien de culturele sector in het gefederaliseerde België tot de bevoegdheden van de Gemeenschappen behoort, wilde Frie Leysen van het begin af aan zowel de Vlaamse als de Franse Gemeenschap bij het initiatief betrekken. Dat was voor haar een principiële kwestie. Het behoorde tot haar concept dat het festival een zaak van de twee Gemeenschappen zou zijn.
Aan Vlaamse kant kreeg zij meteen de steun van Patrick Dewael, toen minister van Cultuur, en later van zijn opvolger, Hugo Weckx, terwijl Louis Tobback, toentertijd nationaal voogdijminister van de zgn. biculturele instellingen, een beginkapitaal van 5 miljoen BEF (f 250.000, - ) voor de voorbereidingsperiode ter beschikking stelde. Bij de toenmalige minister van Cultuur van de Franse Gemeenschap, Bernard Anselme, ving Frie Leysen bot, maar zijn opvolger, Eric Tomas, gooide in 1993 het roer om.
Terwijl de Vlaamse Gemeenschap met 40 miljoen frank (2,2 miljoen gulden) over de brug kwam, kon Tomas op een laat tijdstip maar 9,7 miljoen BEF (± f 540.000, - ) bijeenscharrelen. Het totale budget van het festival bedroeg 124 miljoen BEF (± 6,9 miljoen gulden). Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sprong bij met 4 miljoen BEF (± f 220.000, - ) plus 2 miljoen BEF (± f 110.000, - ) voor de installaties van simultaanvertaling, de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 6 miljoen BEF (± f 330.000, - ), de Nationale Loterij met 22 miljoen BEF (± 1,2 miljoen gulden). In elk geval, ‘des Arts’ kon na de beslissing van Tomas aan ‘kunstenfestival’ worden toegevoegd.