Het seminarium Nederlandse taal & cultuur in Piran (Slovenië)
Zomercursussen Nederlands schieten de laatste jaren als paddestoelen uit de grond. Studenten Nederlands extra muros hebben tegenwoordig een ruime keuze waar ze in de zonniger maanden van het jaar naartoe gaan: naar de degelijke en beproefde cursussen van Breukelen, Hasselt/Diepenbeek of Gent, naar een particuliere taalstage in België zoals die ook voor Franstalige jongeren wordt opgezet, naar een meer commerciële cursus als van de Amsterdam Summer University of naar een van die nieuwe studieweken die Universiteiten als Antwerpen, Leuven, Utrecht en Amsterdam in het kader van Europese uitwisselingen aanbieden. Het plezierige pakket studiereisjes bevat sinds enkele jaren ook een Seminarium Nederlandse Taal & Cultuur voor Zuid-Oost Europa. In 1990 en 1991 werd speciaal voor dit deel van Europa een studieweek gehouden te Herceg Novi (Montenegro), op initiatief van Jelica Novakovic, docente Nederlands te Belgrado. Aanvankelijk leek het seminarium te zijn opgezet als een zinvolle vakantiebesteding: een aantal collega's werd in de vakantie uitgenodigd en met een pittige groep studentes in een riant hotel aan zee geplaatst. Het programma bood niet alleen taallessen, lezingen en workshops maar ook feestelijke maaltijden, vrolijke zwempartijen en geanimeerde zang- en danssessies tot diep in de nacht, waarin de belangstelling voor de Nederlandse en Vlaamse cultuur op velerlei wijze tot uitdrukking kon komen. Deze sfeervolle formule bleek uitstekend te werken voor de taalverwerving zelf, terwijl de aandacht voor de ‘officiële’ cursus er niet door verminderde. Dankzij de organisatorische capaciteiten van Jelica Novakovic kon het Seminarium in korte tijd uitgroeien tot een volwaardig onderwijsprogramma rondom de Nederlandse taal en cultuur, totdat de oorlog het land verscheurde en voortzetting van een dergelijk programma onmogelijk maakte.
Van 24 tot 30 april 1993, beleefde het Seminarium toch een nieuwe editie in het noorden van het oude Joegoslavië, het lieflijke Piran (30 km ten zuiden van Trieste). De collega en de studenten uit Servië moesten helaas, vanwege de aanhoudende oorlog, verstek laten gaan en ook de deelnemers uit Bulgarije en Turkije vielen op het laatste moment af, maar met een dertigtal studenten uit Slovenië, Italië, Griekenland, Roemenië, Hongarije en Tsjechië had de week toch nog een goede internationale bezetting. Het Seminarium wordt bewust niet in de zomermaanden georganiseerd maar tegen het einde van april, als het collegejaar afloopt en de examens voor de deur staan. De meeste studenten uit deze landen kunnen eind april gemakkelijk een weekje vrij krijgen: ze zijn, zo vlak voor de examens, bijzonder gemotiveerd om hun Nederlands op peil te krijgen. Bovendien kunnen ze op deze manier het examen voor het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal goed voorbereiden, waarvoor velen zich gewoonte getrouw aan hun eigen universiteit laten inschrijven. De hotelaccomodaties zijn in deze periode ook gemakkelijk voor grote groepen af te huren en voor prijzen waar je elders nog geen jeugdherberg voor binnenkomt: de studenten betaalden in 1993 - met de nodige subsidie - 160 DM voor acht dagen half pension. Voor de studenten uit minder draagkrachtige landen werden bovendien beurzen ter beschikking gesteld (in totaal 8) om ook hún deelname zeker te stellen. De reiskosten van de studenten hoeven niet zo hoog op te lopen, daar de studieweek immers in hun land of nabije buurland wordt georganiseerd en niet in het verre Nederland of België.
In het dagprogramma en de opzet van de cursussen herinnert de Sloveense editie van het Seminarium aan de Servische: de accenten en lestijden van de taallessen en het cultuuronderwijs zijn aangepast aan het zuidelijke temperament. 's Ochtends (van 9.30 tot 12.30 uur) worden er taallessen gegeven in vier groepen: één groep met ‘absolute beginners’ en verder drie groepen met min of meer het niveau van de examens voor het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal. Na een lange lunch- en huiswerkpauze begint het middagprogramma met twee keer een lezing, één keer een excursie en twee keer een workshop die twee dagen duurt (van 16.00 tot 18.00 uur). Behalve de feestelijke openings- en slotavond zijn er ook nog enkele avonden met Nederlandse en Vlaamse films geprogrammeerd. Het feit dat de cursus zich niet in een Nederlandstalige omgeving afspeelt wordt ruimschoots gecompenseerd door het gevulde programma en de omstandigheid dat de aanwezige Nederlanders en Vlamingen zich minder gemakkelijk dan bij andere cursussen kunnen onttrekken aan het sociale gebeuren: bij het ontbijt, aan de lunch, tijdens het avond-