Taal- en cultuurpolitiek
Aangename zomerdagen in Breukelen, Diepenbeek en Gent
Elk jaar trekken in de zomer duizenden jongeren uit Nederland en Vlaanderen naar het buitenland om er gedurende enkele weken hun talenkennis bij te schaven. Ook in het Nederlandse taalgebied bestaan heel wat mogelijkheden voor anderstaligen om in de zomermaanden Nederlands te studeren. Een groot aantal instellingen heeft zijn eigen, doorgaans zeer afwisselende programma. Drie zomercursussen springen meteen in het oog, mede omdat zij direct of indirect worden gesubsidieerd door de Nederlandse of Vlaamse overheid: de cursussen in Breukelen (bij Utrecht), Diepenbeek (bij Hasselt) en Gent.
De cursus in Breukelen werd tot 1993 georganiseerd door het Nederlandse ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. In 1994 berust de organisatie voor het eerst bij de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek. Verantwoordelijk voor de cursus is de Nederlandse Taalunie. Elke zomer komen er in Breukelen ongeveer 150 studenten uit de hele wereld. Ze verblijven op een schitterend gelegen landelijke campus met als middelpunt het kasteel Nijenrode.
In Diepenbeek nemen elk jaar een kleine honderd studenten aan de cursus deel. Zij komen in hoofdzaak uit Scandinavië, de Duitstalige wereld en Oost-Europa. De organisatie is in handen van het Limburgs Universitair Centrum. Het aantal deelnemers aan de cursus in Gent is beperkt: slechts vijftig à zestig studenten kunnen tot de lessenreeks worden toegelaten. Zij zijn vooral afkomstig uit de ‘Romaanstalige’ landen in Europa (onder meer Frankrijk, Spanje, Portugal en Italië). Organisator is hier het Talencentrum van de Gentse universiteit. Beide cursussen worden gesubsidieerd door het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.
De ‘doelgroepen’ zijn niet identiek. In Breukelen zijn de cursisten ‘anderstaligen die in verband met studie, beroep of om andere redenen hun kennis van de Nederlandse taal en cultuur willen verdiepen’. De deelnemers aan de cursus in Diepenbeek ‘kennen al Nederlands, waardoor ze echt van hun verblijf in Vlaanderen kunnen profiteren’. Als strikte voorwaarde in Gent geldt ‘Nederlands studeren als hoofd- of bijvak aan een instelling voor hoger onderwijs’. De cursisten van de beide Vlaamse initiatieven kunnen rekenen op een beurs van de Vlaamse Gemeenschap die de kosten dekt voor deelneming en verblijf. Ook voor Breukelen is een (beperkt) aantal beurzen beschikbaar.
Iedereen in Breukelen, Diepenbeek en Gent wordt vergast op een indrukwekkend en gediversifieerd programma. De lessen Nederlands zelf vinden doorgaans in de voormiddag plaats. De deelnemers worden naar gelang van hun kennis in niveaus ingedeeld. Tevens wordt een groot aantal excursies georganiseerd naar belangrijke cultuursteden, plaatselijke kunstateliers of fabrieken. Vanuit Breukelen trekt men onder meer naar Amsterdam en Utrecht. Steden als Gent, Brugge en Antwerpen bieden aan de cursisten in Vlaanderen ruim voldoende mogelijkheden om met het rijke plaatselijke verleden in contact te komen. Ook de kennis van de hedendaagse maatschappij is echter belangrijk. Daarom worden panelgesprekken of lezingen georganiseerd, waarbij de studenten kunnen kennismaken met eminente personen uit de politieke, economische of culturele wereld. Er blijft zelfs nog tijd over voor recreatie. Zo gaan de ‘Diepenbeekse’ cursisten wandelen in een natuurpark en de ‘Gentenaars’ maken een meestal zeer geapprecieerde fietstocht langs de oevers van de Leie.
Breukelen, Diepenbeek en Gent zorgen ervoor dat jaarlijks ongeveer 300 anderstaligen niet alleen het Nederlands beter beheersen maar ook de cultuur van de Lage Landen leren appreciëren. Deze zomercursussen zijn dan ook vanuit het oogpunt van de Nederlandse cultuurpolitiek een belangrijke investering in de toekomst.
Hans Vanacker