Het media-circus kwam snel op gangen de berichtgeving over de affaire werden alras uitgebreider, speculatiever en dramatischer. Oude Pekela zou het centrum zijn van een kinderpornobeweging, sterker nog: er was hier maar ook elders in Nederland volop sprake van ritueel of satanisch misbruik van kinderen door overspannen sekte-leden.
Pedagogen, psychologen en sociologen mengden zich in de discussie, de ingezonden brieven-rubrieken in kranten besloegen meerdere pagina's. Maar de feitelijke gebeurtenissen in Oude Pekela bleven in een dichte mist gehuld en het gezelschap van gogen en logen splitste zich in twee kampen: het ene vermoedde een evident geval van massahysterie, het andere het topje van een ijsberg die heel Nederland zou doen huiveren.
David Lynch zou zich er bij in de handen wrijven en ook Gerardjan Rijnders zag in het zedenschandaal een uitstekende aanleiding het knusse Nederlandse dorpsleven eens op licht ironische wijze aan de kaak te stellen.
Het is echter precies deze ironie die de grootste zwakte is geworden van een overigens onderhoudend geacteerd en in beeld gebracht drama. Rijnders laat - net als zijn collega Lynch overigens - geen oprechte emoties toe en houdt afstand, zowel door de verhaalopbouw en karakterisering van de personages als door de artificiële vormgeving.
Hij portretteert de burgers van Oude Tongen als van buiten keurige, van binnen echter vrij verdorven dorpelingen, stuk voor stuk enigszins geëxalteerd vertolkt door leden van Toneelgroep Amsterdam. Catherine ten Bruggencate en Mark Rietman spelen nog het meest oprecht het brave doktersechtpaar dat de zaak aan het rollen brengt. Pierre Bokma als de hoerenlopende tandarts en Lieneke le Roux als zijn echtgenote geven hun vertolking al heel wat meer dubbelzinnigheid mee, evenals Marieke Hebink als overspelige schooljuffrouw, Wim van der Grijn als naar corruptie neigende burgemeester en Kees Hulst als plaatselijke dronkelap.
Pierre Bokma en Lieneke le Roux in ‘Oude Tongen’.
De kinderen van het dorp worden via hun omgeving zijdelings geconfronteerd met een vage sexuele moraal. Vaders laten hun pornotapes slingeren, de met een agent getrouwde schooljuf van de christelijke school krijgt een kind van de meester van de openbare school, de tandarts komt lallend naakt thuis na een bezoekje aan de plaatselijke sexboerderij.
Terwijl het dorp zich opmaakt voor een feestelijke hulpactie voor Bulgarije, wordt het op een morgen opgeschrikt door talloze vermoorde kippen in de straten en achtertuinen. Het is de aanzet voor een serie gebeurtenissen die stuk voor stuk leiden tot het grote schandaal, maar geen van alle een afronding krijgen. Er is het oudere ex-burgemeestersechtpaar (Kitty Courbois en Joop Admiraal) om wie de notie van corruptie en chantage hangt, er zwerven wat cocaïnesnuivende Duitsers door het dorp, er is de aanwezigheid van een in kostuum en zonnebril gehuld verdacht heerschap en een frequent opduikende wielrenner met grote interesse in het jonge dorpsvolkje. Veel wordt gesuggereerd, weinig ontraadseld.
Het gaat Gerardjan Rijnders er dan ook niet zozeer om te demystificeren alswel te mystificeren. Hij maakt dankbaar gebruik van de droom als beproefd filmisch middel om de alledaagse werkelijkheid een draai te geven, maar dat maakt van zijn film nog geen heuse Filmkunst met een hoofdletter.
Het sterkst toont de regisseur zich in het signaleren van typisch Nederlandse eigenaardigheden zoals de verhitte deelname aan humani-