hond gromt, de goed uitgewerkte borst van de man zit onder de krassen. Toch zitten ook in deze schijnbaar eenduidige voorstelling vervreemdende aspecten. De man en de hond zitten anatomisch niet correct in elkaar, en wat opvallender is: de rechterarm van de man is een egaal hardgroen vlak, met een rood en een geel vlak erachter. De linkerhelft van het schilderij lijkt zo op te gaan in een abstract schilderij. Een andersoortige verwarring creëert Andrea in een ander werk uit 1983. Links op dit schilderij staat een vrouw afgebeeld. Met haar elleboog leunt ze op een mes dat op een tafel in het midden van het doek ligt. Gruwelijk detail is dat dit mes zowel een penseel als een mensenhand doorsnijdt. Deze hand is van een schimmige figuur rechts op het doek. Volstrekt tegen de verwachting van de kijker in, vertrekt de man geen spier. Integendeel: de vrouw gilt heftig. Midden op het doek staat nog de titel van het werk: El silencio. In de opeenstapeling van tegenstellingen kenmerkt dit werk zich als een werk van Andrea. Bovendien straalt dit schilderij net als veel andere werken van Andrea een eigenaardige stilte uit, ook al wordt er hard geschreeuwd. Bevroren beweging, schreeuwende stilte.
Het werk in de jaren negentig kenmerkt zich o.a. door voortschrijdende fragmentarisering. In
Tajine (1990) is het linkerdeel vrijwel leeg, op één vrouw na. Zij houdt een tajine (een schaal van aardewerk die in de Noord-afrikaanse keuken gebruikt wordt) vast. Het rechterdeel bevat een woeste opeenstapeling van elementen: ronde trommelachtige vormen, een hoofd van een wielrenner, her en der vrouwen en honden in allerlei standen, een vaas met witte tulpen, een keurig geklede zwarte man, een tuinstoel, een fakkel en een vrouw met twee wurgende handen om haar hals. De voorwerpen lijken alle een eigen schaal te hebben; bij de menselijke figuren kloppen de verhoudingen bovendien vaak niet. Hier en daar zijn wat architectonische elementen die bij nadere beschouwing deel uitmaken van een schilderijlijst die de gehele voorstelling probeert te omkaderen. Sommige delen van het schilderij zijn schematisch in grijs potlood opgezet, andere delen zijn gedetailleerder en in kleur uitgewerkt, alsof men door een schoongeveegd plekje van een beslagen ruit heen kijkt. Knap is, dat Andrea er in slaagt de veelheid van technieken en de chaos van elementen die schijnbaar
Pat Andrea, ‘Le jument’, 1990, mixed media in acrylic vox, 34 × 38,5 cm.
geen enkel verband hebben, een samenhang te geven die de fantasie van de kijker stimuleert.
Dit doet hij op groot formaat, maar ook in ‘doosjes’: kleine collages van beschilderd en betekend karton en triplex. Deze opeenstapeling van elementen werkt bij de doosjes minder overweldigend dan bij de grote werken. Ze zijn poëtischer.
Andrea verwart de kijker door in zijn werk tegenstrijdige elementen te combineren. Hij speelt met de ruimte die in een schilderij kan worden gesuggereerd en de platheid van het vlak. Hij fragmentariseert de voorstelling, gebruikt verschillende materialen naast elkaar, en combineert abstracte kleurvlakken met realistisch uitgewerkte details. Sommige onderdelen van zijn schilderijen zijn gedetailleerd uitgewerkt, terwijl andere slechts schematisch aangeduid zijn. Ten slotte speelt hij met verhoudingen van de afgebeelde objecten.
Voor wie door flauwe combinaties van fallusvormen en vrouwelijke genitaliën heen kan kijken, voor wie niet al te veel aanstoot neemt aan de platvloerse dubbelzinnigheid van Freudachtige mannetjes die kijken naar een plassende vrouw, voor wie de stereotypering van vrouwen door Andrea kan relativeren, valt er heel wat te genieten. Andrea gaat virtuoos om met de materialen en technieken.
Janica Kleiman