Ons Erfdeel. Jaargang 37(1994)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 371] [p. 371] Hubert van Herreweghen Huis Getekend en gedrukt op 's hemels handpapier, is het een zuivere zetter op die heuvel gelukt: een huis, zo onverbiddelijk af als een Plantijnse letter. Geen punt te veel of vetter, geharnast in zijn zwier, een open koningsgraf om eeuwig in te wonen, want eeuwig is geen straf maar tijdeloos plezier, herhaling, nu en hier: het werk bij dag, 't gewone, en 's avonds een brevier. Getekend en gedrukt op 's hemels handpapier, een huis, als een Plantijnse letter, zo onverbiddelijk af. Uit: Korf en Trog. Een jaargang, Lannoo, Tielt, 1993. [pagina 372] [p. 372] Hubert van Herreweghen Offer (een poëtica) I 't Woord braden aan twee kanten het leeggebloede woord gelijk de beul op zijn bevel en alle kanten rond Laurentius de zoete gij kent die jongeling wel ge zoudt hem kennen moeten en bidden om zijn zalven als puist of brandt uw zwoord en het de priesters tonen en bruinen dat het druipt van 't vet de baard van Aäron beneen tot op de zoom der kleren 't geweide schoongemaakt de schenkelen gewassen en van de lever 't net. De zonen in hun rokken bij het altaar ten halve de weg van eik naar pijn schroeit de neerslaande vlam bliksem van hoog gezonden die steekt de slacht in brand en doet levieten dansen. II Bezie de lende van die kalveren in 't krullen van de vlammen de borsten van de bokken de schouder van de rammen. Om 't feest te laten duren als gij gebeden bidt voor de ijver van de vuren vergeet niet dit het sittimhout de kruiden kalmoes kaneel en mirre galban de specerijen gemengd naar 't heilig werk tot pulver fijn gestoten olie erop gegoten een reukwerk naar de wolken rookzuilen tegen 't zwerk. Van ver zien het de volken die wonen met hun vee aan zee en in de bergen zij wijzen met de hand zie zeggen ze hun zonen zie ginds kronkelt poëzie. Uit: Korf en Trog. Een jaargang, Lannoo, Tielt, 1993. Vorige Volgende