Publikaties
Mythografie
In 1946 publiceerde H.W. van Tricht, rector van het Lorentz-lyceum te Eindhoven, een (in de oorlog geschreven) brochure over het Nederlandse volkskarakter. Al op de eerste bladzijde waarschuwde hij: ‘Afkomst en herkomst van een volk liggen in de duisternis der voorhistorie verborgen, en het is waan en blindheid - de blindheid waarmee de goden slaan wie zij verderven willen - een eenvoudige ontwikkeling te onderkennen in de veelvoudige vervlechtingen, die rassen deden groeien tot nomadische horden en deze tot volken, en meer dan geestesspel te vinden in het herleiden van uitingen ener 20e eeuwse civilisatie tot primitieve voorouders, wier erflating bovendien herhaaldelijk - door oorlog, verovering en immigratie - werd doorkruist’. Liever dan in de nevelen van een ver en onkenbaar verleden rond te dwalen, analyseerde de auteur daarom de literatuurgeschiedenis; was de letterkunde ten slotte niet de ware spiegel van het volkskarakter? Van Trichts Stereometrie van de Hollandse ziel ontlokt de lezer een halve eeuw na verschijning nog slechts een glimlach. Het vertrouwen in de mogelijkheid een nationale ziel uit de geschiedenis bijeen te lezen, doet hem naïef aan. Nationale identiteiten, zo weet hij, zijn geen eeuwige, zich in het nationale verleden manifesterende grootheden, maar politieke en culturele constructies: het zijn metaforen. Dat een Leuvens hoogleraar in een recent gepubliceerd ‘pamflet over grenzen’ deze identiteiten niet alleen een reëel leven toekent, maar bovendien ook nog de waarschuwing van Van Tricht in de wind slaat, kan slechts worden begrepen als een enigszins absurd atavisme.
Het essay dat Flip Droste - de hoogleraar in kwestie - aan Nederland & Vlaanderen wijdde, heeft nochtans een bescheiden oorsprong. Nederlander van geboorte, verhuisde de auteur in de jaren zestig naar België, waar hij na enkele jaren algemene taalwetenschappen ging doceren. Sinds die tijd werd hij voortdurend getroffen door de mentale verschillen tussen Noord en Zuid. Nederland & Vlaanderen is ontstaan uit de eenvoudige behoefte waarnemingen en indrukken die deze verschillen betreffen te ordenen. Wie als Droste het ‘ravijn tussen Essen en Roosendaal’ (de formulering is die van Ludo Simons) regelmatig heeft overbrugd, zal zich bij de lectuur wellicht ergeren aan de stereotypen over de ‘Vlaamse’ en ‘Nederlandse cultuur’, maar zal ook veel van zijn eigen observaties in het essay terugvinden. Verschillen in urbanisatie, in politieke cultuur, in lieux de mémoire: ze bestaan inderdaad, en Droste weet ze soms treffend aan te duiden.
Maar de Leuvense hoogleraar wil de verschillen tussen Noord en Zuid niet enkel beschrijven; hij wil ze ook verklaren door ze in het verleden te verankeren. Zichzelf vergelijkend met een archeoloog graaft hij steeds verder in de geschiedenis om er telkens triomfantelijk de schat van het verschil uit op te diepen. Het Verenigd Koninkrijk van Willem I, de Scheiding der Nederlanden, de Bourgondische tijd, de late middeleeuwen: altijd weer blijkt er een ondoordringbare muur tussen Noord en Zuid te hebben bestaan. Elke sleuf in de tijd, zo stelt Droste vast, openbaart het illusoire van de grootnederlandse gedachte als zouden Vlamingen en Nederlanders tot één en dezelfde stam behoren. Nog afgezien van de compositorische bezwaren die een dergelijke retrograde beschouwing van het verleden met zich meebrengt (de achterwaartse beweging botst voortdurend met het verlangen de doorwerking van het geconstateerde verschil aan te zetten), valt er nogal wat af te dingen op Drostes historische exercitie. In zijn ijver het grootnederlandse beeld van de geschiedenis te ondergraven, is de auteur immers in dezelfde val gelopen als de door hem gewraakte historici. Net als Geyl cum suis voert hij namelijk een politiek, mentaal en nominaal moderne entiteit - Vlaanderen als het Nederlandstalige gedeelte van België - probleemloos terug naar een ver verleden. Bovendien dwingt het gekozen perspectief hem tot eenzijdigheden en vertekeningen. Om de persoonlijk in het heden ervaren ‘scheiding der geesten’ tussen Noord en Zuid een historisch aureool te geven, construeert Droste reeds in de Bourgondische tijd een Noord-Zuid-