Ons Erfdeel. Jaargang 37
(1994)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
uit de grond. En verdwenen weer even snel; met name de Franse tijd maakte schoon schip, een aantal overleefden de 19de eeuw, en het Haagsch Genootschap der Proefondervindelijke Natuurkunde, in 1793 opgericht, mag dan ook gecomplimenteerd worden dat het met het recente bereiken van het dubbele eeuwfeest alle stormen wist te overleven. De zinspreuk van de inmiddels Koninklijke Maatschappij luidt: Diligentia = nauwgezetheid. Tevens de naam van de Kunstkring in het fraai gerestaureerde gebouw aan de Lange Voorhout, een typisch Haags pand dat het genootschap in 1804 aankocht en waar thans, om de exploitatiekosten te dekken naast lezingen vooral concerten en cabaret-voorstellingen worden gegeven. Hoogtepunt in het jubileumprogramma vormde het multimedia-experiment ‘Palomar op het strand’. Opdracht: een synthese van cultuur-muziek en wetenschap-techniek in die zin, dat de voorstelling in 1763 niet mogelijk zou zijn geweest. De Koninklijke Maatschappij Diligentia mag zich gelukkig prijzen met de opdracht, want het resulteerde in een zeer fraaie, ijl zwevende en doorgaans ingehouden subtiele partituur van Richard Rijnvos, die zowel overtuigde in de vrijelijk bewegende als statisch afstandelijke kwaliteit. Uitgangspunt vormde het eerste hoofdstuk van Italo Calvino's Palomar, waarin de hoofdfiguur in een hem onbegrijpelijk chaotische wereld steun tracht te vinden in een observatie van de natuur, zo klampt hij zich vast aan het bestuderen van één enkele golf, een onmogelijke opgave die tot mislukking is gedoemd. Een nauwgezette poging om de werkelijkheid onder controle te krijgen, door Calvino enigszins hilarisch vastgelegd in een even ongrijpbare mengeling van wetenschap, filosofie en vooral poëzie. En met name dat laatste aspect werd door de multi-mediamakers opgepakt. Die makers: naast componist Rijnvos beeldend kunstenaar Frank Zweers (dia's van het strand), geluidstechnicus Matthijs Ruijter (opnamen van de branding van de zee), terwijl voor een lichtspel Rijk van den Berg tekende, - zoals het negental musici van het Ives Ensemble in de zaal stond opgesteld, zo ook werd het publiek rechtstreeks beschenen door de lichten... Matrix voor alle vijf componenten (tekst, dia's, muziek, geluidsband en licht) is de golfslag, allen doorlopen in 27 minuten (Calvino's roman telt 3 × 3 × 3 hoofdstukken en onderverdelingen) één curve, maar voor geen van de componenten valt deze samen. Zo beginnen licht, muziek en band vrij hoog in de golfbeweging, maar dia en tekst heel laag. Hoog betekent hoogste activiteit, een dal betekent een absoluut minimum, echter: hoog resulteert niet in een dramatisch hoogtepunt, want in deze Cage-achtige opvatting ontbreekt emotionele zelf-expressie, hoog wordt vertaald door intensiteit. Meestal ontstaat in dergelijke opéénstapelingen van disciplines een dicht en onontwarbaar geheel (het verschil tussen anarchie en chaos!), vandaar dat de makers juist streefden naar een volstrekt heldere en lichte toets. De dia's gaven in hokjes verdeelde opnamen van het strand, van boven af gefotografeerd: hokjes met droog, vochtig en gegolfd zand, maar ook ruwer met schelpen of juist volstrekt dun korrelig wit. Steeds wordt er dichter op ingezoomd, zodat de ‘Struyckens’ zich afwisselen met ‘Mondriaans’, ‘Newmans’ en Malewitsjen', om voor de hand liggende associaties aan te geven, die verre van anekdotisch naar abstractie neigen. Ook de 15 uitsnedes van de zeegeluiden (uit een klankcatalogus van 300) verzanden in een abstract soort zuchtend in- en uitademen. Overal zijn het kleine veranderingen die de zintuigen scherpen, een spel van details,Tijdstructuur van de 5 componenten.
| |
[pagina 285]
| |
van flonkeringen, van moment-opnamen, als minieme golfjes, of beter nog: als die schone, witte korrels zand. Ondanks alle simultane gebeurtenissen ademt Palomar op het strand eenzelfde rust als de enigszins kleurloze stem van Thom Hoffman, de spreker van Calvino's beschouwelijke tekst. Palomar is een nerveuze man, levend in een jachtige, overvolle wereld, die zich behoedt voor een algehele zenuwinzinking door zijn indrukken zoveel mogelijk onder controle te houden, en dat is precies wat in deze voorstelling ook gebeurt! De muziek kent twee duidelijk gescheiden uitgangspunten, vertegenwoordigd in de ‘Pieces’ (langere bewegelijke gedeelten) en de ‘Interludes’ (korte, statische klankblokken). De ‘Pieces’ zijn extra bewegelijk gemaakt, doordat de negen instrumentalisten kunnen kiezen uit vijf tempi. Het snelste tempo heeft de meeste rusten, het langzaamste de minste, om de tijdsmatrix rond te krijgen. De musici vinden daarbij steun aan stopwatches en lichtmetronomen. Het dynamische en het statische, het horizontale en het vertikale, polyfonie en harmonie, zo men wil water en vuur: deze polen vormen ook het onderwerp van Rijnvos' orkestwerk Antar, dat in première ging op de Nederlandse Muziekdagen 1993. Een studie dus in een onderbrengen van polarisaties: spelen musici samen of tegen elkaar in? Dit nu vormde in wezen ook het onderwerp van Palomar op het strand, er is beweging maar tegelijkertijd een passen op de plaats, disciplines spelen op elkaar in, overspoelen elkaar, maar als in een rustige zee blijft alles doorzichtig, van troebelheid is geen sprake en dat was voor mij nog het meest wonderbaarlijke... Ernst Vermeulen |
|