Ons Erfdeel. Jaargang 37
(1994)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
Taal- en cultuurpolitiekHet Vlaams Cultureel Centrum De Brakke GrondIn 1946 werd tussen Nederland en België een Cultureel Verdrag gesloten. Artikel 6 van dit Verdrag begint als volgt: ‘Ieder der verdragsluitende partijen is gerechtigd culturele instellingen op te richten op het grondgebied van de andere partij (...)’. Het idee kreeg geen vaste vorm totdat in 1974 de Nederlandse en Vlaamse minister van Cultuur, in een poging om nieuwe vormen van samenwerking te creëren, het voorstel voor culturele centra opnieuw op de agenda plaatsten. Het Nederlandse huis in Brussel sneuvelde al snel bij een bezuinigingsronde in Nederland, maar de Vlaamse regering zette door. Oorspronkelijk ging men op zoek naar een statig huis aan de grachten, maar het Amsterdamse gemeentebestuur bood een bouwvallig kraakpand aan in de Nes, in het centrum van de stad. De Brakke Grond was een oude tabaksveiling, die ook nog een paar jaar als theaterzaal dienst had gedaan. De Vlaamse regering nam het voorstel aan en de Amsterdamse architect Arthur Staal kreeg de opdracht de renovatie uit te voeren. Op 13 november 1978 werd de eerste paal in de grond geheid en op 23 mei 1981 werd het volledig vernieuwde complex geopend. Het werd een smaakvol ingericht centrum met een mooi theatertje, een expositieruimte, een bibliotheek, verschillende vergaderzalen en uiteraard een café-restaurant aan het Nes-plein. Aankoop en renovatie kostten ongeveer 285 miljoen BEF (15 miljoen gulden), een bedrag dat door velen in Vlaanderen te hoog werd bevonden. Jaarlijks ontvangt De Brakke Grond een dotatie van de administratie Kunst van het ministerie van Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap. In 1993 bedroeg die 21,5 miljoen BEF (ongeveer 1,1 miljoen gulden). Al vanaf het begin worstelde De Brakke Grond met heel wat problemen en de opening zelf werd verstoord door protesten van socioculturele werkers. Sindsdien was het Cultureel Centrum zelden uit de negatieve publiciteit. ‘Vlaams spektakel in de Brakke Grond’ berichtte NRC-Handelsblad in een artikel over het centrum.Ga naar eind(1) De Brakke Grond werd het symbool van alles wat verkeerd liep met het cultuurbeleid in Vlaanderen: politieke benoemingen, ondoorzichtig en slordig beheer, gebrek aan visie enz. De eerste directeur, Paul de Broe, nam na één jaar al ontslag. Hij werd in 1982 opgevolgd door Walter Lerouge. Onder zijn beleid werd het iets rustiger rond De Brakke Grond, maar toch schreef De Standaard op 23 mei 1986 bij het vijfjarig bestaan van het Centrum nog: ‘De Brakke Grond is in het belang van de Vlaamse Gemeenschap geen nuttige instelling’.Ga naar eind(2) Maar langzamerhand verschenen er ook meer positieve geluiden en directeur Lerouge slaagde er blijkbaar in om De Brakke Grond uit de schandaalpers te houden. In 1989 werd hij opgevolgd door Guido Vereecke. Het Cultureel Centrum De Brakke Grond heeft als opdracht bij te dragen tot de culturele integratie van de Vlaamse Gemeenschap met Nederland en tot een betere bekendmaking en promotie van de Vlaamse Gemeenschap in dat land (Decreet van 25 juni 1992). Deze opdracht wordt ingevuld met een heel gamma aan culturele initiatieven. Zo vinden er belangrijke tentoonstellingen plaats. Meestal worden er in de expositiezaal wat meer geconsacreerde Vlaamse kunstenaars aan het Amsterdamse publiek voorgesteld: daarnaast zijn er kleinere zalen (galerie en foyer) waar minder bekende of meer experimentele kunstenaars kunnen exposeren. Zo werden er onder meer tentoonstellingen georganiseerd met werk van Hugo Duchateau, José Vermeersch, Jan Cobbaert, Willy van Gompel en Marc Luyten. In de kleinere zalen kon men werk zien van o.a. Ingrid Castelein, Jef Snauwaert, Gaston Demey, Luc Hoenraet. De keuze is vooral het werk van de gewezen adjunct-directeur Willem M. Roggeman. Daarnaast wordt ook een Vlaams-Nederlandse dialogenreeks opgezet. De bedoeling is om telkens over een bepaald onderwerp een Vlaming en een Nederlander met elkaar in discussie te laten treden. Zo discussieerden Luc Huyse en Piet Romein over de maatschappelijke verwerking van oorlogscollaboratie, en spra- | |
[pagina 140]
| |
ken Jan Hoet en Rudy Fuchs over de toekomst van een museum voor hedendaagse kunst. Sinds kort worden er in De Brakke Grond ook boeken gepresenteerd. Het boek Brieven van Willem Elsschot werd voorgesteld, evenals Arm Brussel van Geert van Istendael. Ook in de toekomst staan boekpresentaties op het programma. Op dit ogenblik werkt men bovendien aan een infotheek, waar de belangrijkste Vlaamse en algemeen-Nederlandse culturele tijdschriften ter inzage komen te liggen maar ook naslagwerken en informatiebrochures over Vlaanderen beschikbaar zullen zijn. Succesvol zijn de wandelingen door Vlaams Amsterdam die de Brakke Grond organiseert. In een recent verleden organiseerde het Centrum ook een schoolquiz onder de titel Bruisend Brussel. Ook is De Brakke Grond aanwezig op de jaarlijkse Amsterdamse Uitmarkt en op het Literair Salon, een onderdeel van de Amsterdamse Boekenmarkt. Het muziekaanbod in het Vlaams Cultureel Centrum is nogal pover. Volgens de voormalige Amsterdamse burgemeester Polak beschikt De Brakke Grond over het mooiste theater van de stad. De exploitant van deze mooie ‘Rode Zaal’ - waar Sonja Barend een tijdlang een van haar praatshows presenteerde - is de Nederlandse Theaterunie. De programmering geschiedt in nauw overleg met de Vlaamse directie; er moet ook een aantal Vlaamse stukken op het programma staan. Van heel wat Vlaamse stukken vindt de Nederlandse première in deze zaal plaats. Het seizoen 93-94 opende met het stuk De meid slaan van Tom Janssen en Josse de Pauw. Verder zijn er produkties te zien van De Korre uit Brugge in een regie van Karst Woudstra, van het gezelschap De Tijd enz. Het theateraanbod in de Nes is al jarenlang bijzonder aantrekkelijk. Ondanks het aardige programma dat de Brakke Grond biedt, zeker wat betreft beeldende kunst en theater, functioneert het centrum niet optimaal. Draagt het wel wezenlijk bij tot de ‘betere bekendmaking en promotie van de Vlaamse Gemeenschap in Nederland’? Is het een stuwende kracht achter de promotie van de Vlaamse cultuur, of hadden veel zaken ook wel zonder De Brakke Grond bekendheid gekregen. Dat laatste geldt zeker voor het werk van kunstenaars als Landuyt, Vermeersch of Cobbaert. Ook het theater uit Vlaanderen had De Brakke Grond niet nodig om in Nederland te kunnen spelen. En wat blijft er van de uitstraling over wanneer het centrum zich zo beperkt tot Amsterdam? Mocht men in de toekomst nog eens een dergelijk project willen opzetten dan zal men eerst de geschiedenis van De Brakke Grond grondig moeten bestuderen. Vooral het opmaken van de rekening zal zorgvuldig moeten gebeuren. Waarschijnlijk komt men dan tot de slotsom dat met de vele miljoenen die men o.a. jaarlijks aan vaste kosten betaalt, beter een aantal interessante projecten gefinancieerd kan worden. De discussie over culturele huizen is nog lang niet afgesloten. Dirk van Assche Vlaams Cultureel Centrum de Brakke Grond, Nes 45, NL-1012 KD Amsterdam. Tel. (020) 622.90.14 |