Will van Kralingen als Belle van Zuylen.
Digna Sinke uit de persoonlijke correspondentie en het uitgegeven oeuvre van Van Zuylen. Zij beperkte zich in haar biografie tot een gepassioneerde episode uit Van Zuylens leven: haar acht jaar durende vriendschap met de veel jongere, onstuimige Benjamin Constant (1767-1830).
Het is interessant om te zien hoe Belle, vervuld van het gedachtengoed van de Verlichting, tegenover de romantische Benj amin haar gevoel boven haar verstand laat prevaleren. In hun levendige correspondentie legt zij haar ziel bloot en vertrouwt hem al haar gedachten en verlangens toe. Maar wanneer hij haar (geestelijk) ontrouw wordt en zich gaat wijden aan zijn nieuwe liefde, Madame de Staël, zegt zij hem, streng en principieel als zij is, de vriendschap op.
Even streng en principieel als Belle van Zuylen was, is de film geworden die Digna Sinke over haar maakte. De openingsscène toont een voorlees-sessie van Belle in een Parijse salon. In een strakke mise-en-scène en een niets verhullende belichting bewegen de elegant geklede personages zich gedisciplineerd door de ruimte. Zij bedienen zich van vormelijke, afgemeten dialogen in een klassiek-aandoend Nederlands. De stijlvolle totaal-shots worden afgewisseld met subtiele close-ups van het overvloedig bepoederde en opgemaakte publiek, dat achter hand of waaier de aanwezigen becommentarieert. In één scène is de toon gezet en het tijdsbeeld compleet.
Het voelt in dit consequent stilisme min of meer als een stijlbreuk wanneer de jonge Benjamin
Will van Kralingen als Belle van Zuylen en Laus Steenbeeke als Benjamin Constant.
Constant (Laus Steenbeeke) wordt geïntroduceerd als een wat karikaturaal kakelend onbenul. De onmiddellijke warme gevoelens die Belle (Will van Kralingen) kennelijk voor hem opvat, lijken zo op niets gebaseerd. En het kost wat moeite de schrijfster vervolgens te accepteren als een dom giechelig wicht dat met haar jonge vriend verstoppertje speelt in een doolhof. Wat niet wegneemt dat deze scène stijlvol in beeld is gebracht met lange camerarijders, maar met misschien iets te veel kwinkelerende vogeltjes in het geluid.
Digna Sinke heeft de gehele film in beeld gebracht als een Kammerspiel, zonder massascènes, opwindende stadsgezichten of spectaculaire landschappen. Zij blijft haar personages dicht op de huid en concentreert zich vooral op hun conversaties binnenshuis. Dit trekt een zware wissel op de acteurs, die zich voortreffelijk van hun taak kwijten.
In Huize De Charrière in Zwitserland leeft Belle van ontmoeting naar ontmoeting met Constant, met wie zij levendig van gedachten wisselt over het leven, de mens en de politiek. De Franse Revolutie is losgebroken maar wordt, evenals ander werelds tumult, slechts indirect meebeleefd. Wanneer uit brieven van beiden geciteerd wordt, glijden ter visuele begeleiding beelden van landschappen voorbij. Helaas niet die van het Zwitserse of Franse platteland, maar, vanuit budgettaire overwegingen, die van de Hoge Veluwe in Nederland.