Hanneke Klinkum, ‘Groot oor’, 1991, zink en hout, 100 × 64 × 240 cm.
geleidelijk aan evolueerde naar een steeds grotere openheid. In de eerste helft van de jaren tachtig waren de beelden meer gesloten van karakter, plastisch en materieel, lichamelijk zelfs. Haar voorkeur voor zink, die omstreeks 1983 ontstond, begeleidde trouw deze groeiende openheid. De voorliefde voor zink berust op de eigenschappen van het materiaal: het wordt in platen aangeleverd die de kunstenaar zelf kan verwerken, het is niet zo clean als roestvrij staal maar toont huidverkleuringen en het glanst zacht. Ook neemt het weersinvloeden in zich op, zodat het natuurlijkerwijs deelneemt aan het leven.
Groot oor bouwde Hanneke Klinkum op uit zink en hout. De cirkel met zijn rechte uitloop had ze vervaardigd als maatproef voor Lengua. Zo ontwikkelt in haar werk de ene sculptuur zich soms uit de andere. Tegenover de cirkel plaatste ze een ovaal, tegenover het verticale deel een diagonaal, tegenover het zink de warme kleur van hout en tegenover de strakke huid de gegutste. Zoals in Lengua tegenstellingen met elkaar werden verbonden, gebeurt dit in nog sterkere mate in Groot oor.
De idee van
Lengua is heel lichamelijk: een brede tong likt aan de aarde; de uitwerking is echter eerder cerebraal. Bij
Groot oor - weer een lichamelijke titel! - zijn idee en vorm dichter bij elkaar gebracht doordat de sculptuur een warmere materialiteit uitstraalt. Zo is de houten vorm zó gegutst dat hij daar waar hij op de
Hanneke Klinkum, ‘Lengua’, 1991, zink, 100 × 370 × 255 cm. Coll. Van Doorne's Transmissie, Tilburg.
grond rust, wat platter is, zodat het rusten op plastische wijze nadruk krijgt.
Om de houten vorm veelzeggend tegenover het zinken deel te plaatsen werd hij een kwartslag gedraaid, waardoor de maximale zeggingskracht bij de een aan de bovenkant ligt, bij de ander aan de zijkanten. De rijkdom aan tegenstellingen kreeg een verzachting in de vorm van een zinken vierkant dat zich beschermend huift over de houtaanzet.
De sculpturen van Hanneke Klinkum berichten over het eigen karakter van het materiaal, zijn oprechtheid, nuances, warmte, over lichamelijkheid en aaibaarheid. Over tegenstellingen die bereid zijn tot samenwerking. Over zulke fundamentele zaken als liggen en zich uitstrekken, over staan en leunen, over rusten.
De tekeningen van Hanneke Klinkum ontstaan steeds in relatie tot de sculpturen. Ze gaan eraan vooraf, begeleiden ze of ontstaan daarna. Soms maakt zij tekeningen om het toekomstige beeld te leren kennen. Op het tweedimensionale vlak doen zich picturale en kleuraspecten gelden, de gloed van de houtskool en de tekenstift. De tekeningen met hun ruime maat dragen bij aan het ontstaan van de beelden, maar vinden in hun monumentaliteit net als deze hun doel in zichzelf.
José Boyens