Culturele kroniek
Literatuur
Een nieuwe roman van J. Bernlef
De raadselachtige werking van het menselijk brein, met allerhande processen en ontregelingsverschijnselen die zich erin afspelen, heeft van het begin af tot de kenmerkende thematiek van de roman- en verhalenschrijver J. Bernlef behoord. Dit is nadrukkelijk opnieuw het geval in zijn nieuwste boek
Eclips, waarin het hoofdpersonage Kees Zomer, een man van middelbare leeftijd, (waarschijnlijk) ten gevolge van een hersenbloeding met zijn auto in een kanaal terechtkomt, zich daaruit redt en daarna gedurende een tiental dagen als een fysiek en mentaal gehandicapte stuurloos door een onherbergzame omgeving ronddoolt tot hij
J. Bernlef (o1937), aan wie eind 1993 de P.C. Hooftprijs werd toegekend voor zijn poëzie.
uiteindelijk, min of meer hersteld, op bekend terrein arriveert en weer thuis belandt. Na zijn ongeval is hij motorisch gestoord doordat de linkerhelft van zijn lichaam het niet meer doet, en geestelijk is hij getroffen door een combinatie van aandoeningen als afasie en black-out. Zijn taalvermogen is grondig aangetast: hij kan niet meer lezen, ook niet wat hij zelf opschrijft, krijgt de juiste of gangbare woorden voor wat hij wil zeggen niet meer over zijn lippen, en beheerst in het algemeen de normale samenhang tussen woorden, beelden en dingen niet meer. Wat hij dus kwijt is, komt neer op zijn vermogen om de wereld te ordenen in ruimte en tijd, en om tussen zichzelf en de omgeving van mensen, voorwerpen en gebeurtenissen een zinnig verband te leggen. Bovendien heeft de attaque zijn geheugen geblokkeerd, zodat iedere persoonlijke betrokkenheid bij wat hij meemaakt, is weggevallen. In een toestand van totale desoriëntatie, weerloosheid en vervreemding, die door de auteur beklemmend wordt opgeroepen, voelt hij zich ‘zoals een dier zich moet voelen, alleen in de ruimte, zich voortbewegend van een niets naar een nergens’. Ook zijn tijdsbeleving staat haaks op de situatie waarin hij zich bevindt, doordat hij zich associatief alleen nog verre gebeurtenissen herinnert en zo steeds teruggezogen wordt naar het verleden, terwijl hij juist de andere kant op wil. Een aantal van die herinneringsflarden aan zijn jeugdjaren is overigens literair bijzonder mooi.
Het is er Bernlef in deze roman vooral om begonnen te laten zien hoe zijn personage met zijn stoornissen omgaat en ze probeert te