Internationale Gaudeamus Muziekweek 1993
Voor de statistiek: de Gaudeamus-week bood 14 wereldpremières, in totaal 38 werken van componisten uit 17 landen, waarvan er 10 geselecteerd waren door een jury samengesteld uit Edison Denisov, Steve Martland en Klaas de Vries. Zij bogen zich over de recordinzending van liefst 377 werken uit 39 landen. Allen componisten onder de dertig jaar. Een tweede commissie (Maarten Altena en Martijn Padding) completeerde het programma om een zo afwisselend mogelijk beeld te geven, aangevuld nog met prijswinnaars van elektronische muziekcompetities van Stockholm, Varèse en Bourges. De muziekweek werd nog verlevendigd door uitwisselingen met jonge componisten uit Polen, Rusland en Taiwan.
De Gaudeamus Prijs, een bedrag van f 10.000, - als opdracht voor een nieuw werk voor de volgende Muziekweek ging naar de Spanjaard David del Puerto voor zijn Concerto voor hobo en ensemble. Niet direct vernieuwend, maar zeer fraai. Spanjaarden en Fransen maakten de dienst uit en niet meer zoals in voorgaande jaren Italianen. Zoals zo vaak moest men tot het slotconcert gewijd aan symfonische werken wachten tot het werkelijke spektakel begon: een goed gemaakt maar koelonpersoonlijke Jade Sea Panorama van Keiko Fujiie, een amusante Danza Concertante nr. 1 voor piccolo en orkest van Juan Ruanova, een zeer complexe Henkäys (Fins voor stevige bries) van Patrick Odiard als typische technische IRCAM-exponent, en - het meest spectaculair - een waanzinnig uitgelaten door en door Amerikaanse potpourri voor sopraan en groot orkest van Sharon Hershey: Arrival. Bijna verwierf het de Gaudeamus Prijs, Hershey was de enige concurrente voor Del Puerto, haar viel na lang beraadslagen een eervolle vermelding ten deel.
In de jaren vijftig en zestig was het absoluut ondenkbaar geweest dat een werk als Arrival (met Western-music en jazzy-elementen, in de stijlen van Ravel en Crumb, noem maar op) door welke jury dan ook zou zijn geselecteerd. In de jaren zeventig en tachtig was dat denkbaar, maar niet dat men er een vermelding voor over had. Betekent dit dat men er op kan rekenen dat een dergelijk werk de Gaudeamus Prijs verwerft in de uitgaande twintigste eeuw? Het ziet er naar uit. Wat weer niet zeggen wil dat uitsluítend neo-Romantiek troef was. Jörg Birkenkötter, de winnaar in 1992, toonde in zijn Wiederholte Annäherung voor basklarinet, trombone, cello en piano - al komt dat werk wel wat moeizaam op gang - heel overtuigend aan, dat niet alleen klankzinnelijke muziek kan boeien. Birkenkötter ontwikkelt een intrigerend en intelligent betoog dat je dwingt te luisteren. Bij neo-Romantiek kun je nog wel eens wegdoezelen, dan mis je niets wezenlijks...
Ernst Vermeulen